Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 mei 2025
De Keltische bewoners, die zich daar hadden gevestigd, werden verdrongen door een Germaanschen stam, die later wel met Franksische en Saksische stammen in aanraking kwam, maar toch zijn eigen aard wist te handhaven. Welke die eigen aard was, is moeilijk te bepalen; in alle geval stond hij de Saksers nader dan de Franken.
Deze naam "Stevenskruid" Circaea hangt natuurlijk met de nimf Circe samen is daarom zoo merkwaardig, dewijl Sint Stefanus, beschermheilige der paarden, ook enkele trekken van den een of anderen Germaanschen god heeft overgenomen; zie hierover I, bl. 134. Stellig beschouwde men deze plant vroeger als een tooverkruid.
Maar op den duur veranderde het wezen van dezen hoogsten hemelsgod, óok van den Germaanschen Ziu; velerlei attributen zijn hem ontnomen, om aan afzonderlijke godheden te worden toevertrouwd. De weg loopt hier van de eenheid of betrekkelijke eenheid naar de veelheid. Zóo ontstonden de Westgermaansche godheden: Wódan, Donar, Frija enz.
Zij hebben dientengevolge ook niets van den Germaanschen lust tot reizen en zich te verplaatsen over zich, maar bezitten veeleer eene sterk in het oog vallende neiging, voor goed zich neder te zetten binnen den tooverkring van hun vaderland, waarheen zij ook meestal, zoo spoedig mogelijk, uit den vreemde weder terugkeeren.
Bij velen is hun Romaanschen, Germaanschen of anderen oorsprong nauwlijks meer te herkennen. Vooral de toon, de stem, de "timbre" waarmede het hedendaagsche Fransch uitgesproken wordt, is oud-Gallisch of Celtisch, zooals ook vermoedelijk veel in de samenstelling en den bouw der taal.
De naam blijft aan het huis gehecht in weerwil van alle wisseling van bezitters. Het "heem" of "heim" gaat boven het geslacht. De hoevenamen zijn ouder dan de famielienamen. III. Meerdere dezer dorpen zijn uitgegroeid tot steden van den echt Germaanschen stempel. Verscheidene faktoren hebben tot den Nederlandschen stedenbouw meegewerkt.
"Het is wel bij de Duitschers voorgekomen," zegt Tacitus, "dat hunne vrouwen door beden en vermaningen de reeds geslagene mannen naar het tooneel van den strijd terugvoerden, en dat deze, in de vrees dat hunne vrouwen den vijand in handen mochten vallen, de overwinning bevochten." Deze vereering der vrouwen, is door alle tijden heen, den Germaanschen volken eigen gebleven.
De hoogere en beschaafde standen van het volk bedienen zich in den regel van de Fransche taal, die ook de taal der wetgeving, van het parlement en der gerechtshoven geworden is. In het karakter van de hoofdmassa des volks, vertoonen zich wel overwegend de eigenaardigheden van den Germaanschen Nederlander, maar ook bij hen merkt men een sterke Fransche tint op.
De meening van Meitzen, dat deze afzonderlijke hoeven niet van Germaanschen, maar van Keltischen oorsprong zouden zijn, vindt niet voldoende steun in den woontrant der Gallische, Britsche en Iersche Kelten, terwijl zijne hypothese, die hiermee verband houdt, dat het Keltische halle-huis als het type van het Nederlandsche woonhuis moet worden beschouwd, beslist onwaar blijkt.
Eene enkele i zoude niet slechts voldoende geweest zijn, maar ware tevens de eenig goede schrijfwyze. Gualtherus, de mansvóórnaam, waarvan dit patronymikon is afgeleid, is een would-be-latynsche form van den germaanschen mansvóórnaam Walther, Wolter, Wouter, die in het Fransch als Gauthier luidt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek