Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


Cameron, vergezeld van dokter Dillon, den luitent Cecil Murphy en Robert Moffat, neef van Livingstone, vertrok van Zanzibar. Na den Ougogo te zijn overgetrokken, ontmoette hij het lijk van Livingstone, dat door zijn getrouwe bedienden naar de oostkust gevoerd werd. Daarna zette hij zijn tocht naar het westen voort, met den onwrikbaren wil, van de eene kust naar de andere te trekken.

Daar verzamelde Dillon talrijke overblijfselen van de schipbreuk, ijzeren gereedschappen, ankers, blokken, draaibassen, een achttienponder, stukken van astronomische instrumenten, een bronzen klok met het opschrift: "Bazin heeft mij gemaakt," en het merk van de gieterij van het arsenaal van Brest met het jaartal 1785: er was dus geen twijfel meer mogelijk.

Deze reis van drie jaar en vier maanden had het leven gekost aan twee zijner reisgenooten, dokter Dillon en Robert Moffat. Bijna onmiddellijk daarop zou de Engelschman Cameron in deze reeks van ontdekkingen opgevolgd worden door den Amerikaan Henry Moroland Stanley.

Een troepenmacht, de Oostenrijksche Nederlanden in 't laatst van April binnengerukt, doch slecht geoefend en door gebrek aan bekwame officieren slecht aangevoerd, werd bij Bergen aangegrepen door een paniek, riep: Verraad! en sloeg op de vlucht; een andere afdeeling onder generaal Dillon trof bij Lille hetzelfde lot. Dillon werd zelfs door zijn eigen soldaten vermoord.

Dillon bleef om zijne inlichtingen te vermeerderen tot October op de plaats des onheils. Daarop verliet hij Vanikoro, richtte den steven naar Nieuw-Zeeland, liet het anker 7 April 1828 nogmaals voor Calcutta vallen, en kwam in Frankrijk terug, waar hij door Karel X hartelijk ontvangen werd.

Hij wilde naar Vanikoro, waar volgens den Polynesiër nog verschillende overblijfselen van de schipbreuk gevonden werden; hij werd door tegenwind en zeestroomingen evenwel daarin verhinderd. Dillon kwam te Calcutta; daar wist hij de Aziatische Maatschappij en de Indische compagnie voor zijne ontdekking te winnen.

De Nautilus naderde de baai van Wailea, het tooneel van de vreeselijke lotgevallen van dien kapitein Dillon, die het eerst het geheim ontdekte van de schipbreuk van La Pérouse. Deze baai, waar wij verscheiden malen de netten uitwierpen, leverde een overvloed van voortreffelijke oesters op. Wij aten er onbehoorlijk veel, en maakten ze volgens Seneca's voorschrift zelven aan tafel open.

Er heeft zich in de laatste helft van Februari nu een commissie gevormd te New-York, om een opsporingsexpeditie mogelijk te maken. Er zal een som van dertig duizend dollars worden bijeengebracht, om in Juli een schip naar het Noorden te kunnen sturen. De leiding zal in handen worden gesteld van Dillon Wallace en de organisatie zal berusten bij de »Arctic Club of America« en de »Explorers' Club«.

Het was een oude bekende op den Grooten Oceaan, de kapitein Dillon, die het eerst de stelligste sporen van de schipbreuk vond. Den 15den Mei 1824 kwam hij met zijn schip de Saint Patrick voorbij het eilandje Tikopia, een van de Nieuwe Hebriden. Daar kwam een inlander in zijne kano bij hem aan boord en verkocht hem een zilveren degengevest, waarin letters gegraveerd stonden.

Die inlander beweerde overigens dat hij, zes jaar geleden bij eene reis naar Vanikoro, daar twee Europeanen gezien had, die behoorden tot de bemanning van schepen, welke lang te voren op de klippen van het eiland vergaan waren. Dillon raadde dat dit de schepen van La Pérouse konden zijn, wier verdwijning de geheele wereld ongerust had gemaakt.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek