Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juli 2025
De naaste, in Europa wonende verwant van onze Spreeuw is de Roséspreeuw (Pastor roseus), een vertegenwoordiger van het geslacht der Steppenspreeuwen (Pastor). Zijne veeren hebben aan den kop, waar zij een lange, hangende nekkuif vormen, en aan den hals, van voren tot aan de borst, van achteren tot daar waar de mantel begint, een zwarte kleur met donkervioletten, metaalachtigen weerschijn; zwart met groenen weerschijn zijn de vleugels, de staart, de dekveeren van den staart; de overige veeren zijn licht rozerood; de snavel is rozerood, de poot roodachtig bruin. Totale lengte 21
Haar romp is krachtig en zijdelings weinig samengedrukt; de rechte, hooge snavel is korter dan de kop en met een groote, gezwollen voorhoofdsplaat verbonden; de zijdelings samengedrukte staart is zeer kort en onder de dekveeren verborgen, het vederenkleed zeer dicht.
De dekveeren zijn van boven naar onderen over de onderste gedeelten der slagpennen en stuurpennen gelegen en worden daarnaar onderscheiden in boven- en onderdekvederen van den vleugel en van den staart. De bovenzijde van den hals heet nek, de zijden blijven den naam van hals behouden, de voorzijde heet keel of voorhals.
De snavel is in den regel zeer kort en hoog. Totale lengte 12,5, staartlengte 6 cM. De meest in 't oog vallende kleur van het vederenkleed is fraai olijfgeelgroen; de rand van het voorhoofd, een streep boven de oogen, de achterste gedeelten van de wangen, de kin en het voorste deel van de keel zijn helderder, meer geel van kleur; het onderste deel van de borst, de buik, de onderdekveeren van den staart en de rand van den vleugel zijn helder citroengeel; de handpennen zijn grootendeels zwart, aan de spits echter grijs, terwijl bovendien de buitenvlag van de zes eerste, met uitzondering van het dichtst bij den top liggend derde deel, hoog citroengeel is; de armpennen en hare dekveeren zijn zwart, aan de buitenzijde aschgrauw, de overige bovendekveeren van den vleugel olijfgeelgroen, alle slagpennen op de binnenvlag bij den wortel met een witten rand voorzien, de middelste staartpennen geheel, de andere alleen aan de tophelft zwart en overigens citroengeel.
Haar vederenkleed is bont en gekenmerkt door den eigenaardigen metaalglans der dekveeren. De kop, het aangezicht en de onderdeelen zijn grijs, de veeren van den achterkop zwart, die van de bovendeelen licht olijfbruin. Totale lengte 35, vleugellengte 15, staartlengte 15 cM.
Het bovenste deel van den kop en den nek zijn fraai aschgrauw, de overige bovendeelen en de middelste staartveeren licht kaneelrood, de bovendekveeren van den staart en de zijden van de borst teer isabelrood; het midden van de onderzijde is zuiver wit; een aan den teugel beginnende, uit lange veeren bestaande baardstreep en de onderdekveeren van den staart zijn zwart, de slagpennen zwartbruin; de buitenvlag van de handpennen en van hare dekveeren is zilverwit, die van de armpennen levendiger kaneelrood dan de bovendeelen van den romp; de achterste armpennen zijn zwart, de buitenste stuurpen is wit.
Honderden woudhanen, in glanzende zwartbruine gewaden en met helderroode wenkbrauwen, vlogen op in een grooten eik midden op de speelplaats. Hij, die op den hoogsten tak zat, zette de veeren op, sloeg de vleugels neer en den staart op, zoodat de witte dekveeren voor den dag kwamen. Daarop stak hij den hals vooruit, en stootte een paar diepe tonen uit de samengesnoerde keel.
Bij dezen zijn de veeren van bovenkop, rug en schouders zwart met roestgele randen, die van den achterhals en den staartwortel roestrood; de benedenrug, de bovenste dekveeren van den vleugel en de zijden van den staart zijn aschgrauw, de onderdeelen fraai roestrood.
De slagpennen hebben een donkerbruine, de bovenste dekveeren van den vleugel een sprekend roodbruine kleur; de groote vleugeldekveeren zijn aan den wortel zwart, overigens wit, waardoor een zeer in 't oog vallende dwarsstrook ontstaat; de staartveeren zijn donkerbruin, aan de buitenzijde vaal gezoomd. Het oog is vaalbruin, de snavel zwartachtig, in den winter vuilwit de poot bruinachtig.
De veeren van den bovenkop zijn bruin, die van de overige bovendeelen, van den nek en de zijden van den hals donkerder; de teugel, een aan den mondhoek grenzende streek, de kin en de keel zijn zwart, de zijden van den krop en de overige onderdeelen bleek vaalbruinachtig, de slagpennen en stuurpennen, de dekveeren van den vleugel, de staartwortelveeren en de bovendekveeren van den staart donkerbruin.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek