Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


Wy hoorden in den Hof den voorknal van 't ontbranden; Den kreet der Geesten, die, met opgeheven handen, Ontzett'en van den schrik, reeds daavrend door 't Heelal, En afgebroken door hun dankend juichgeschal. Wij deelden in dien dank; ons hart versmolt en weende: 't Gevoelde, welk een band, en ons en de aard vereende, En nooit beproefde ik zoo de teêrheid van dien band.

't Gezicht dier monsters, hoog van lichaam, woest van blik, Verwekt den jaagrentroep een nooit beproefden schrik. Hun schorre wapenkreet doorklinkt by 't overvallen Het woud, en treft hun 't hart als 't hevigst donderknallen. Zy siddren. Dus bezwijkt de wolfhond, stout van moed, Wanneer de rosse leeuw op 't daavrend jachtgetoet Hem opdaagt uit zijn hol met de opgesparde kaken.

't stuwen van de sneeuw! de zon-ontwaakte Lawine! wier drievoudig door den storm Gezifte massa vlok bij vlok verzaêmd was, Gelijk in geesten die den hemel tarten Gedachte wordt gestapeld op gedachte, Totdat een groote waarheid losraakt, rondom Weergalmen dan de volken, tot hun wortels Daavrend geschud, als thans de bergen doen.

Zoo brult en briescht men om de speerbende; ijlt uit één; Vliegt nogmaals toe; en deinst in wanorde; en stuift heen By hoopen, smal gedund; en proeft op nieuw in 't wijken De schichten, die op nieuw een menigt' doen bezwijken. Vierhonderd laten zy op 't slagveld in hun vlucht; En Kaïns zegekreet klinkt daavrend door de lucht.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek