United States or Nicaragua ? Vote for the TOP Country of the Week !


De hoektanden van de onderkaak zijn reusachtig groot; gemiddeld zijn zij bij groote dieren 50 cM. lang en 4 KG. zwaar; zij zijn driezijdig, half cirkelvormig gebogen, aan de spits scheef afgesneden en met diepe, overlangsche groeven voorzien; de bovenkaaks-hoektanden zijn benedenwaarts gericht, aanmerkelijk korter en dunner, maar op dezelfde wijze gekromd en scheef afgeknot.

De lengte bedraagt ongeveer 50 cM. De in gevangenschap gefokte, van vroeger getemde exemplaren afkomstige Parelhoenderen zijn echter vaak aanmerkelijk grooter. West-Afrika is het vaderland van deze soort; in de wouden van Middel-Amerika en op de West-Indische eilanden komt zij verwilderd voor.

Naar de grootte der zaden, moet men het zoo inrichten, dat er tusschen het bovenvlak der aangedrukte aarde en den rand van den pot een ruimte van 1 tot 4 cM. overblijft. Zijn de zaadpannen of -potten op deze wijze geheel klaargemaakt, dan gaat men tot het eigenlijke zaaien over.

De groote mannelijke Orang-Oetan, die door Wallace gedood werd, had rechtopstaand een hoogte van 1.35 M.; wanneer de armen zijwaarts gestrekt werden, bedroeg de afstand tusschen de vingertoppen 2.4 M.; het aangezicht was 35 cM. breed, de omvang van het lichaam bedroeg 1.35 M. De romp heeft een sterk vooruitstekenden buik, en is, over de heupen gemeten, zeer breed.

Het oog is donkerbruin, de snavel zwart, de voet loodkleurig grijs. Totale lengte 24, staartlengte 9 cM. Alle mij bekende berichten over de levenswijze van den Kuifkwartel zijn onvolledig.

De handen en de ooren zijn zwart, de neus en hare omgeving zijn vermiljoenrood, de opzwellingen langs de wangen korenbloemen-blauw, de hierin voorkomende groeven zwart; de eeltplekken en andere achterdeelen zijn rood en blauw. De oude mannetjes bereiken een lengte van 1 M. en meer, bij ongeveer 60 cM. hoogte in de schoften, het staartstompje daarentegen is weinig langer dan 3 cM.

De genoemde soort is op de bovenzijde fraai chocoladebruin, op de onderzijde lichtbruin met zilvergrijze vederzoomen, die dwarsbanden vormen. Het oog is lichtbruin, de nagenoeg naakte huid van kop en hals karmijnrood, de halslel oranjegeel, de snavel loodkleurig grijs, de voet licht chocoladebruin. Totale lengte 80, staartlengte 25 cM.

Ongelukkig neemt het aantal Vogels van deze soort niet toe, zooals dat van de Akker- en Kuifleeuweriken; integendeel het is jammerlijk aan 't verminderen, zonder dat men hiervoor een aannemelijke reden weet op te geven. Het oog is bruin, de snavel bruinachtig, de voet donkerbruin. Het geheele dier is 16, de staart 6.5 cM. lang.

Twee of drie dagen na de landing brengt ieder wijfje één enkel jong ter wereld, in hoogst zeldzame gevallen misschien twee. Evenals alle robben komt de kleine Zeebeer in zeer ontwikkelden toestand en met geopende oogen ter wereld; hij is bij de geboorte ongeveer 35 cM. lang. In de eerste weken verlaten de wijfjes hare jongen hoogstens voor eenige oogenblikken, daarna echter begeven zij zich langeren tijd achtereen in de zee om voedsel te zoeken. Op het land vergezellen de jongen hare moeders overal; in de eerste 4

De grootste soort van de geheele familie is die, welke door de Hollandsch sprekende bewoner van Zuid-Afrika Witte Neushoorn, door de inboorlingen Monoehoe, Kobâba of Tsjikori (Rhinoceros simus) wordt genoemd. Met inbegrip van den 60 cM. langen staart heeft hij een lengte van ruim 5 M. Bijna 1/3 van deze lengte komt op den kop, die twee hoornen draagt, waarvan de voorste een lengte van 1 M. heeft en in den regel zwak naar voren gebogen is, de achterste daarentegen klein blijft. Grootendeels is zijn kleur lichtgeel