Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
Om Cactussen in de kamer te veredelen, moet men natuurlijk soorten bezitten, die men zoodoende voortkweeken wil, en ook daartoe geschikte wildstammetjes. Als wildstammetjes gebruikt men meestal snel groeiende Zuilencactussen, vertegenwoordigers van het geslacht Cereus. Goede wildstammetjes, die bij kweekers wel te verkrijgen zijn, zijn o.m.
Jammer is het, dat deze soort nogal behoefte heeft aan warmte, en al groeit zij bij een goede behandeling ook in een kamer, in bloei komen zal zij daar zelden of nooit. Van grooter waarde is voor den liefhebber de Cereus nycticalus, die niet veel minder schoon bloeit dan de voorgaande soort, doch met een reukelooze bloem.
De fraaie, eetbare vrucht bereikt bij enkele soorten de afmeting van een appel; zij rijpt nu eens na vijf of zes maanden, dikwijls echter pas in het jaar, volgende op den bloei. De Cereus behoort in West-Indië, Mexico en Brazilië te huis, waar zij aan de dorre landschappen een zeer eigenaardig voorkomen geeft.
Een andere, onder de liefhebbers zeer verspreide soort, is de Cereus speciosissimus, die reeds meer dan 100 jaar bekend is. Het is een zeer fraai bloeiende soort. Zij heeft drie- of vierkantige, vrij sterk gedoornde stengels, die men het best tegen een waaiervormig hekje bindt.
Gedurende dien tijd mogen zij in het geheel niet gegoten en gespoten, en moet elk vochtig worden der wond zorgvuldig vermeden worden. Als voorbeeld van een goed resultaat, wil ik het volgende vermelden. In het voorjaar entte ik den geheel vlak afgesneden nog gezonden kop van een zeer zeldzame Echinocactus-soort op een zaailing van Cereus peruvianus als onderstam.
De tot 8 cM. lange bloemen zijn purper-rozerood en de pas na een jaar rijp wordende vruchten hebben eenigszins een pruimensmaak. De afbeelding 192 toont een monstrueuzenvorm dezer soort, de Cereus flagelliformis cristatus, geënt op een Opuntia.
De werkelijk fraaie, schitterend roode bloemen verschijnen gewoonlijk in vrij grooten getale gedurende den zomer en duren drie of vier dagen. Hoe minder men deze soort verplant, hoe beter zij bloeit; plant men haar in een grooten pot, dan groeit zij wel sterk, doch bloeit weinig of niet. In den handel zijn veel variëteiten dezer Cereus verspreid.
De groei van de kogelvormige Cactus is toch veel sneller, dan die, van den onderstam, zoodat deze laatste zijn zwaren last ten langen leste niet meer zou kunnen dragen, en dus zou moeten afbreken. Beter dan op Pereskia veredelt men zware Cactus-soorten op Cereus.
Cereus Spachianus, C. peruvianus, C. macrogonus, C. rostratus; verder verschillende soorten van het geslacht Opuntia en ten laatste Pereskia aculeata en P. calandrinifolia. De beide laatstgenoemde Cactussen zijn groenbladerige, dunstelige plantjes, die eerder aan koffieboompjes dan aan Cactussen zouden doen denken.
Hiertoe behooren onder andere de Cereus grandiflorus en enkele andere Cereus-soorten, de Echinocactus Echinocereus-, Pilocereus- en Mamillaria-soorten. Wie over een warmen bak kan beschikken, zal zeer goed doen ze des zomers, wanneer het niet al te warm meer is, daarin uit te planten, waarvan een zeer snelle groei het gevolg zal zijn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek