Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 oktober 2025


In art. 374a worden de beide rechtsmiddelen aangegeven, die een einde maken aan de rechten en verplichtingen van de ouderlijke macht. Artikel 274a eerste lid bepaalt, dat ontheffing van de ouderlijke macht over een, meer of alle kinderen kan verleend worden op eigen verzoek, op grond, dat de verzoeker ongeschikt of onmachtig is zijn plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen.

Al deze categorieën van werken worden reeds in art. 4 der Conventie 1886 met name genoemd en hebben sinds dien onder goedkeuring van alle aangesloten staten behoord tot degenen, waarop de Conventie onvoorwaardelijk toepasselijk was.

Doch eene verwarring van dezelfde soort blijkt ook uit de laatste zinsnede van art. 11, volgens welke het auteursrecht op de reproductie even lang duurt als dat op het oorspronkelijke kunstwerk.

Bij eene toekomstige herziening zou daarom het opnemen eener bepaling als die van art. 14 tweede en derde lid der Berner Conventie, ook in verband met eene aansluiting van ons land bij het internationale Verbond, wel aanbeveling verdienen. § 6 Werken van beeldende kunst

Hierbij kan worden gewezen op een klein verschil tusschen de bepaling van art. 18 eerste lid Conventie 1908 en die van art. 14 Conventie 1886, dat in verband staat met de wijziging, die het systeem der Conventie in 1908 heeft ondergaan. In verband hiermede is nu ook art. 18 Conventie 1908 eenigszins anders geredigeerd dan art. 14 Conventie 1886.

Eveneens straft de wet hem of haar, die eene prostituée op haar uitdrukkelijk verlangen eene plaats bezorgt in een binnen- of buitenlandsch bordeel, 't Spreekt van zelf dat dit te veel ingrijpt in de individueele vrijheid van doen en laten. Art. 2 4o.

De drie laatste nos van art. 2 die den meisjeshandel treffen geven een vreemden indruk. Als men 3 bepalingen ziet, mag men toch wel verwachten, dat ze alle drie verschillende handelingen treffen. 't Kan dan natuurlijk wel eens voorkomen, dat er concursus idealis plaats heeft, doch dit blijve buiten beschouwing.

Daarentegen zou het werk ook in Nederland beschermd zijn, indien de in Duitschland wonende auteur niet Nederlander maar Duitscher was, daar in dat geval niet Nederland, maar Duitschland het "land van herkomst" zou wezen en dus hier te lande art. 4 lid 1 der Conventie erop toepasselijk zou zijn.

Immers indien men aanneemt, dat alle werken, welke in art. 4 worden opgesomd, in het Verbond beschermd moeten zijn, ook al zijn zij niet beschermd volgens de wetgeving van het land van herkomst of van die van het land, waar de bescherming wordt ingeroepen, dan blijft er van de bepalingen van artikel 2 niet veel meer over.

Hiermede is eene, m. i. zeer aannemelijke constructie geleverd van een subjectief recht, dat tevens als grondslag en verklaring kan dienen van de rechtsbescherming tegen een aantal onrechtmatige handelingen, zooals die b.v. in ons recht door de actie van art. 1401 B. W. wordt verleend.

Woord Van De Dag

overkomst

Anderen Op Zoek