United States or Anguilla ? Vote for the TOP Country of the Week !


De vallei van den Ladon behoort ongetwijfeld tot de schoonste streken van Griekenland; de reiziger, hij mag archeoloog, schilder of dichter zijn, kan hier alles vinden wat zijn weetlust of zijne fantasie kan bevredigen.

Eenige jaren geleden is ons vaderland afgereisd door een Engelschman, wiens konversatie zich oploste in de telkens herhaalde en in een enkel woord zaamgedrongen vraag: "=Emblems?=" Hij was een archeoloog in het vak der graveerkunst en had zijne specialiteit gemaakt van de oude geïllustreerde zededichters in alle landen van Europa.

Hij was toegerust als een geschiedvorscher met een schraapijzer in den gordel, een spade op zij en een grooten ransel op den rug. Iederen avond als cavaliere Palmeri thuis kwam, vertelde hij donna Micaela van Dominico. Gedurende deze jaren, dat ze samen op den Etna gezocht hadden, had Dominico zich tot een archeoloog ontwikkeld. Dominico week af van den weg, zoodra hij een ruïne ontdekte.

De archeoloog heeft hun, die dagelijks dezen historischen grond bewerken, op het hart gedrukt, geen enkel fragment te vernietigen; als zij het een of ander aanbrengen, krijgen zij eene kleine geldelijke belooning.

De veertiende en de beide volgende eeuwen zijn hier ter nauwernood vertegenwoordigd door een enkel fragmentarisch werk. Voor den archeoloog is zulk eene betrekkelijke eenheid een buitenkansje: de kunstenaar kan zich moeilijker met haar verzoenen.

Dat gebouwtje is te midden van eene omheining gelegen, die meer oudheidkundige brokstukken, deelen van bouwwerken, stukken van standbeelden, van vazen, kommen, zuilen, kapiteelen en architraven, dan boomen of struiken bevat. Het klooster der zendelingen, waarvan pater Delattre, een zeer geleerd archeoloog, toen prior was, is meer achterwaarts gelegen.

Consul van Frankrijk is thans de heer Péretié, zoon van den bekenden archeoloog; hij ontvangt ons, omringd door zijne vrouw en kinderen, en het is ons inderdaad een groot voorrecht, na zoo vele maanden van afzondering, weder in een familiekring, in eene huiselijke omgeving, te mogen vertoeven.

De gothiek levert ons daarvan een sprekend voorbeeld, en de arabische kunst in Spanje niet minder. De Tolteken van Copan getuigen ook op hunne beurt van de waarheid dezer opmerking; en men behoeft inderdaad geen archeoloog te zijn, om bij het aanschouwen van deze monumenten te verklaren dat zij niet tot de eerste, maar veelmeer tot de laatste periode eener kunstontwikkeling behooren.

Een archeoloog, die zulke steenen op eene heide van Bretagne vond, zou zonder aarzelen daarin een dolmen zien, zoo als onze keltische of vóór-keltische voorvaderen die plachten op te richten; en het zou hem niet in de gedachte komen, dat die steenen niet moesten dienen om daarop den goden te offeren, maar enkel om een watervat te dragen, bestemd om den dorst te lesschen van den vermoeiden wandelaar.

Wanneer men in de gunst staat bij den paleisbewaarder, en dit was in hooge mate het geval met onzen geleerden metgezel, den archeoloog, José Gestoso, mag men ook de vertrekken der eerste verdieping bezoeken, die de leden der Koninklijke familie bewonen, als zij Sevilla met een bezoek vereeren. Behalve de plafonds, die dagteekenen uit den tijd van Philips