United States or Puerto Rico ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wat deze twee fractie's verdeelde, waren punten van tactiek en vereenigingskwesties: de eerste wilde volkomen aan de verstandhouding met de antirevolutionairen een einde gemaakt zien, terwijl de tweede er op stond haar te doen voortduren, en een overeenkomst wilde tot stand brengen in de punten die in geschil waren.

Om juist te zijn, moet eraan toegevoegd worden, dat de Antirevolutionairen zich tegelijkertijd stellen tegen den geest van het Roomsch Katholicisme.

In de nieuwe Kamer telde de Liberale partij 45 zetels, het »monsterverbond" verkreeg 53, waarvan de Antirevolutionairen 27 en de Roomschen 26 zetels. Een Conservatief, graaf Schimmelpenninck, vertegenwoordigde er de onveranderlijke traditie, en het Socialisme verscheen er voor het eerst in den persoon van Domela Nieuwenhuis, afgevaardigde van Schoterland.

Overigens, de Grondwet van 1848 behelst de regeling van rechten en plichten van den Nederlandschen Staat, en de Antirevolutionairen aanvaarden deze als uitgangspunt van hun hervorming der instellingen in Christelijk-historische richting. In de zaak van het onderwijs houden zij zeer hoog het devies: »het onderwijs zaak der ouders«, gelijk Groen van Prinsterer hun dit heeft nagelaten.

Na eenige somwijlen ietwat moeilijke onderhandelingen en lichte schermutselingen vooral tusschen Christelijk-historischen en Antirevolutionairen, kwam de overeenkomst tusschen de verschillende partijen van rechts tot stand.

Want de Eerste Kamer behield een enorme meerderheid van Liberalen, die er 36 zetels hadden tegen 10 van de Roomschen, 2 Antirevolutionairen en 2 Conservatieven, en deze oppositie kon dus altijd de wet nog doen mislukken. Elk conflict zou haar noodlottig geweest zijn.

Ofschoon het gezag der leiders niet sterk genoeg was om dit systeem in het geheele land te doen aannemen, en de te dien einde aangevangen onderhandelingen niet met volkomen succes werden bekroond, zij liepen niettemin er op uit, om van den eersten keer af wat tot dien tijd toe nog niet gezien was de stemmen van de Antirevolutionairen te verzekeren aan de Roomsche candidaten in de districten, waar de Calvinisten de overwinning op geenerlei manier konden behalen, bijvoorbeeld Beverwijk.

De partij kwam eerst tot stand in 1897, even vóór de verkiezingen. De aanleiding en de voorgewende reden er toe was het openlijk verbond tusschen Antirevolutionairen en Roomschen. De Christelijke coalitie scheen hun toe een monster-verbond te zijn.

In November 1896 maakte de nieuwe partij een verklaring bekend, waardoor de breuk met de »Kuyperianen" officieel werd, en waardoor men te kennen gaf te willen verzamelen de Antirevolutionairen, die ontevreden waren met de tegenwoordige leiding van de partij; terwijl voorts, bij het naderen van de verkiezingen van 1897, een commissie van uitvoering ingesteld werd, die tot taak had door raadgevenden en daadwerkelijken steun ten gunste van de candidaten der Vrijen werkzaam te zijn, wier gedachte door het dagblad »de Nederlander" werden verbreid en verdedigd.

Dat begreep hij en hij trok zich terug, met zich trekkende drie van zijne collega's: de heeren Van Zuijlen van Nijevelt, Strens en Van Bosse. Op den val van het ministerie volgde Kamerontbinding en nieuwe verkiezingen bevestigden de Aprilbeweging. De Liberale-Roomsche coalitie was geslagen; de Conservatieven en Antirevolutionairen kregen de macht in handen.