Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 mei 2025
De Hamadryaden bewonen in vrij groot aantal het geheele kustgebied van Abessinië en Zuid-Nubië, noordwaarts zoover er regen valt. Hoe rijker aan planten de bergstreken zijn, des te beter bevallen zij hun. De nabijheid van water is een noodzakelijke voorwaarde voor het welzijn van een apenbende. Soms begeven de gezelschappen van Apen zich van de hoogere bergen naar de lagere heuvelrijen van de Samchara (de woestijnstrook langs de zeekust); de meeste echter blijven altijd in het hooge gebergte. Hier bewoont elke bende een gebied van misschien 1 1/2
Op den rug gaat de kleur in roodbruin over; de voorschenkels zijn dikwijls gevlekt, de onderdeelen van den romp en de binnenzijde der pooten wit; de ooren zijn met een zwartachtigen zoom omgeven; de hoornen en de hoeven zijn zwart. In Abessinië zal men van het zeestrand tot op een hoogte van 2000 M. onze Beni Israël zelden missen in de voor hen geschikte oorden.
De Rotsklimmer bewoont alle hooge gebergten van Middel- en Zuid-Europa en van West- en Middel-Azië, oostwaarts tot in het noorden van China; naar men zegt, wordt hij ook in Abessinië aangetroffen. In de Alpen is hij niet zeldzaam, in de Karpathen en Pyreneeën niet minder talrijk vertegenwoordigd. Van de Alpen verdwaalt hij soms naar Duitschland.
Men vermoedt zelfs zijn aanwezigheid in Oost-Afrika ten zuiden van Abessinië; volgens Nachtigall is hij ook in Zuidoost-Afrika, n.l. in 't achterland van Sofala, inheemsch. Zijn nest is in de kroon van een boom gebouwd, en door een dak tegen den regen beschut. Hij heeft een olijfkleurig zwartachtig, niet dicht behaard vel, een onbehaard, vleeschkleurig gelaat en een witachtig behaard zitvlak."
De laatstgenoemde ontmoette het in de nabijheid van Kaïro in het gebergte; andere onderzoekers hebben het aan den Boven-Nijl en in Abessinië gevonden. Het veelvuldigst komt het in den Atlas voor. R. Jannasch zag het in 't zuiden van Marokko. "Het Manenschaap wordt," naar Buvri bericht, "in het zuiden van Algerië door de inboorlingen in den regel Aroeï genoemd.
In Gondar, de hoofdstad van Abessinië, werd vroeger voor zulk een vel een speciedaalder betaald, een som waarvoor men 5 of 6 vette Schapen kon bekomen.
Naar het schijnt, komt onze Mangoeste in geheel Oost-Afrika van de Kaap de Goede Hoop tot aan Abessinië en tot aan de overzijde, in West-Afrika, in tamelijk groot aantal voor. De fonkelende oogen van deze sierlijke Viverre verraden haar bloedgierigen aard.
Deze Vogels bewonen de gebergten in het noorden van Oost-Afrika, vooral die van Abessinië en van het Somali-land; waarschijnlijk strekt hun verbreidingsgebied zich westwaarts tot diep in de binnenlanden van Afrika uit; zij zijn echter alleen te vinden op hoogten van minstens 1200 M. tot aan de sneeuwgrens.
Van daar uit kregen zij punten van aanraking over Cyrene door Noordelijk Afrika heen, waar hunne geloofsgenooten, stamverwanten en handelsvrienden zich verspreidden. Van Egypte uit, gingen zij naar Nubië en Abessinië, en zuidwaarts door de woestijn van Sahara tot in het binnenste van Afrika, waar naar men zegt, nu nog zwarte Joden-stammen bestaan.
Deze 20 cM. lange Vogel is donker omberbruin; de kop tot den nek en het midden van de keel, voorts de staartwortel, de aarsstreek en de onderdekvederen van den staart zijn wit; het oog is donker karmijnrood, de snavel zwart, de voet grijs. Hij bewoont de veel struikgewas bevattende bosschen van Abessinië, een verwante vorm die van Oost-Soedan. Erger schreeuwleelijken bestaan misschien niet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek