Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 oktober 2025
Hoewel reeds in zeer oude reisbeschrijvingen van de Wolmuis melding wordt gemaakt, kwamen eerst sinds betrekkelijk korten tijd op het herhaald aandringen van natuuronderzoekers eenige schedels en later ook levende exemplaren van dit dier naar Europa. In het jaar 1829 kwam er één levend te Londen en werd door Bennett onderzocht.
In Engeland werd, zoover men weet, het eerste exemplaar in het jaar 1829 bij Londen gedood, terwijl twee andere individuen in het volgende jaar bij Bristol en Brighton gevangen werden; nog omstreeks 1850 werden de in Engeland aanwezige Vogels van deze soort als afgedwaald aangemerkt. Dat hij zich ook hier verder verbreidt, blijkt uit de verslagen van Mr.
Maar niet alleen kleine dieren worden door haar aangevallen; zij kiest zich soms een prooi, welker gewicht het hare meer dan zestigmaal overtreft; er zal wel geen ander roofdier zijn, dat een naar evenredigheid zoo grooten buit overvalt en om 't leven brengt: "Een landeigenaar van mijn kerspel," zoo verhaalt mijn vader, "kweekte in zijn vijver fraaie Visschen, en had in den herfst van 1829 voor de vensters zijner woning in een vergaarbak, die wegens het hierin steeds toestroomende bronwater nooit dichtvroor, verscheidene Karpers geplaatst om ze bij gelegenheid te eten.
Hier werd omstreeks 1829 de zoogenoemde "moord aan de barrière van Fontainebleau" gepleegd, waarvan de justitie de daders niet heeft kunnen ontdekken: een treurig probleem, dat niet is opgehelderd; een schrikkelijk raadsel, dat niet is opgelost.
Reigersbergh. Vaderl. letteroef. 1824. II. 674 Maria v. R. en haar broeder, ibid. 1824. II blz. 19. Derde berigt wegens brieven v. M. v. Reigersbergh ibid. 1824. II. blz. 320 Vierde berigt, dito, ibid. 1829. II. blz. 482-519. Een bijzonderheid wegens Elsje v. Houweningen. Vaderl. Letteroef. 1809 blz. 309. #Standbeeld v. H. de Gr. te Delft.# Eigenhaard. 1886 Leeskabinet 1885.
In 1829 gaf de volkstelling op Tahiti, destijds door de engelsche zendelingen met groote zorgvuldigheid verricht, dit resultaat: achtduizend-vijfhonderd-acht-en-zestig personen: een cijfer, dat op merkwaardige wijze overeenstemt met dat van 1848.
Onmetelijk lange einden van den weg zijn volkomen waterloos en zonder eenige hulpbronnen; het zijn bijna woestijnen. Verder loopt een groot deel der lijn door bergland, waar ze tot 2347 meter stijgt, om dan tot 1829 meter te dalen, dan weer omhoog te gaan tot 2530 meter en aan de oevers van het Victoriameer opnieuw tot 1128 meter naar beneden te gaan.
Mannen, VII 169; MERKES, Memorie over Coehoorn, 's Hage 1825; VAN KAMPEN, Geschied. II 138; Karakterkunde, II 415; VAN LOON, Historiepenn. IV 342; VAN LEEUWEN in het Friesch Jierboeckje, 1829, 1.
De Javasche courant van 1829 verhaalde ons het eerst iets over het meergenoemde gebied. De latere litteratuur is mager. De reizigers kwamen, zagen en gingen. Een koude neus was genoeg. En toch, als men van uit het sanatorium Tosari als een leeuwerik op een zode op uitkijk staat, dan ziet men van alle zijden een gebergte, waarvan elk deel zijn legende heeft, ruggen, ravijnen, bronnen, steenen en bosschen en de dorpen zichtbaar naar alle windstreken zijn bewoond door het overschot van een stam, die drie eeuwen opwaarts tellen kan, 10
Sedert 1829, toen opgravingen te Montigny-sur-Sambre overblijfselen eener waterleiding aan het licht brachten, heeft men op tal van plaatsen genoeg sporen van den arbeid der Romeinen gevonden, om zich eenigermate eene voorstelling te kunnen vormen van den toestand dezer streek tijdens de heerschappij der onsterfelijke wereldstad.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek