United States or Australia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zijne vrienden legden hem op eene draagbaar om hem naar Gent terug te brengen, doch Yoens stierf onderweg. Langzaam bereikte de treurige stoet de diepbeproefde stad; de geestelijkheid kwam het lijk van den hoofdman te gemoet en het dankbare Gent begroef Yoens met zulke groote plechtigheden, als ware hij Vlaanderens graaf geweest.

Eene maand tijds was hem genoeg geweest om in gansch Vlaanderen het gezag der gemeenten te herstellen; eene schoone toekomst lachte Yoens tegen, reeds waande hij Gent, waande hij Vlaanderen gered. Helaas! het noodlot of ... zijne vijanden achtervolgden hem. Op het onverwachts, onmiddellijk na een gastmaal, dat hij bijwoonde, werd Yoens ongesteld en voelde zijn einde naderen.

De verraders zegepraalden; Mahu won de gunst van den graaf, maar die gunst was tijdelijk, terwijl, zes eeuwen na zijnen dood, Jan Yoens immer voort leeft in de harten van het dankbare nageslacht. Philips Van Artevelde. Het was in het jaar 1382. In de benedenkamer zijner woning, eenzaam, bij het vallen van den avond, zat een rijzig man in diepe gedachten verzonken.

Het is geen toeval dat wij juist uit dezen tijd verscheidene hunner leiders of aanvoerders bij name kennen: NICOLAAS ZANNEKIJN, JAN BREYDEL en PIETER DE CONINC; JACOB VAN ARTEVELDE met zijne beide medestanders: PIETER VAN DEN BOSSCHE en FRANS ACKERMAN; JOHAN YOENS; PETER COUTEREEL, "de Brabantsche ARTEVELDE" . In de Noordelijke landen, die in algemeene ontwikkeling bij de Zuidelijke achterstonden, kunnen wij niet zulk een aantal namen van beteekenis aanwijzen.

In verraderlijke taal berichtte Mahu den graaf, hetgeen in Gent voorviel en, op zijn kasteel van Male gebood Lodewijk, dat men Jan Yoens en zijne helpers gevangen nemen en ze ter dood brengen zou. Maar de Gentenaars waakten; zij versloegen de lieden van den graaf en staken te Wondelgem zijn kasteel in brand.

«Ik houd het met mijn volk» sprak Jan Yoens. «Ik wil lijden als het lijdt, arbeiden aan zijn welzijn, sterven voor zijne vrijheidEn beide Gentenaars hielden woord. Lodewijk van Male gaf schitterende feesten en noodigde al de ridders van Brabant, van Holland, Henegouwen, Picardië , aan zijn hof. Te Gent woonden doorluchtige heeren en edele vrouwen.

Jan Yoens, als hoofdman van Gent uitgeroepen, bezocht Dendermonde, Aalst, Deynze, Ninove, begaf zich naar Brugge en trad met den burgemeester en de hoofden der neringen in onderhandeling. Van Brugge reisde hij naar Damme.

Jan Yoens en zijn volk arbeidden en leden, want zij waren het die de feesten des graven moesten betalen; te Gent deed de graaf eene belasting afkondigen, die hij wilde heffen, maar de inwoners verhieven de stem en verzetten zich tegen die onwettige afpersing.

«Laten wij opstaan en strijden» sprak Yoens. «Als wij overwinnen zullen wij gewroken zijn en, als wij vallen, zullen onze kinderen den strijd voortzettenDat elke nering de wapens opneme, en de stadsbannier volge, dat, bij het hooren der stormklok, ieder onder het vaandel zijner nering sta en dat God ons bescherme

Het ijverzuchtige Brugge voldeed aan het verlangen van den graaf en weldra begaven zich vijfhonderd Brugsche werkers aan den arbeid om den loop der Leie te verleggen. De Gentenaars vernemen het gevaar, dat hunnen handel en hunne welvaart bedreigt, allen scharen zich rondom Yoens, hem smeekende, hen toch met zijne raadgevingen bij te staan.