United States or Germany ? Vote for the TOP Country of the Week !


In 1598 zeilde eene vloot van vijf schepen, onder bevel van Jacob Mahu, uit Rotterdam naar Oost-Indië. De reis was zeer ongelukkig: hevige ziekten barstten onder de bemanning uit; tegenspoeden van allerlei aard vertraagden den tocht; stormen dreven de vloot uiteen en deden sommige schepen vergaan.

Heden verheft zich het bronzen standbeeld van den grooten Man op de Vrijdagsmarkt, waar hij zoo menigmaal sprak tot het volk. Graaf Lodewijk van Male. Hij leefde in weelde en overvloed, hij maakte muziek met zijne minstreelen of hield zich bezig met zijne vogels, honden en apen. «Ik houd het met den graaf» zei Ghysbrecht Mahu «hij is rijk en machtig.

De verraders zegepraalden; Mahu won de gunst van den graaf, maar die gunst was tijdelijk, terwijl, zes eeuwen na zijnen dood, Jan Yoens immer voort leeft in de harten van het dankbare nageslacht. Philips Van Artevelde. Het was in het jaar 1382. In de benedenkamer zijner woning, eenzaam, bij het vallen van den avond, zat een rijzig man in diepe gedachten verzonken.

In verraderlijke taal berichtte Mahu den graaf, hetgeen in Gent voorviel en, op zijn kasteel van Male gebood Lodewijk, dat men Jan Yoens en zijne helpers gevangen nemen en ze ter dood brengen zou. Maar de Gentenaars waakten; zij versloegen de lieden van den graaf en staken te Wondelgem zijn kasteel in brand.