United States or Sudan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij werd dan ook beter gevierd dan thans. Alle winkels waren gesloten, alle nering en hanteering stonden stil en niemand zou, buiten hooge noodzakelijkheid, op Zondag gereisd hebben.

Ook hier weer, zooals men ziet, naast louter smaadnamen, verscheidene benamingen aan nering en bedrijf of aan plaatselijke eigenaardigheden ontleend. Beersel: Keesboeren en Boterdieven. Boschvoorde: Bessembinders. Brussel: Kiekefretters.

Geen marmeren gestoelte voegt bij den eenvoud van den Hervormden Godsdienst, maar evenmin zou het voegen in een kerk, door een koopman gesticht, in een kerk, waar zelfs de banken der Regenten bijna alleen bezeten werden door de zoodanigen, die aan handel, nering of ambachten, door hen of door hun voorouders gedreven, het voorrecht verschuldigd waren, die plaatsen der eere te bekleeden.

Is hij er niet aanstonds naar toe gegaan?" "Och Louise, dat is nu het groote punt in quaestie. De generaal zegt kort en goed, dat je zuster mevrouw Helmond de tering niet naar de nering zet, en wanneer dokter haar daarin blijft stijven, dat hij dan niets meer van hem weten wil. Je moet er niet van praten Louise, maar zieje, dát is de zaak.

Ze hadden d'r hart te hoog gedragen. Overal nummer een. Als de zaken misloopen, mot je de tering naar de nering zetten. De vorige week waren ze nog in 't Concertgebouw geweest. Vroolijk as ze waren! En nou 'n smerig bankroet. Een makkelijke manier om je van je schuldeischers af te maken. Een geluk dat d'r geen kinderen waren. Wablief? Geen kinderen?

Maar hij had vijftig gulden moeten betalen aan de nering der vischverkoopers. Zijne vangst at hij op of verkocht hij, en aldus herstelde hij de rondheid van zijnen buik en vergaarde hij een zakje karolussen.

Als het niet anders kan, dan zullen wij de tering naar de nering moeten zetten; maar het is hard met twee kinderen, en het derde voor de deur. Ik zeg het niet om het je te verwijten, Gerrit! Lief en leed heb ik beloofd met je te deelen, en ik zou het nog doen! Minder wonen, dat zal niet gaan, het is nu al zoo eng; maar een geringer baker, ik zal er morgen naar hooren.

Ambacht beroep bedrijf handwerk nering. Al deze woorden worden gebruikt, om een kostwinning aan te duiden. ~Beroep~ is het algemeenst en tevens de vereerendste uitdrukking; het sluit het bijdenkbeeld in, dat men er voor geleerd of gestudeerd heeft en door een benoeming of aanstelling als 't ware er toe geroepen is. Het ziet meer op geestes- dan op handenarbeid.

Waarschijnlik zijn deze namen van huisnamen afkomstig. Te Amsterdam toch was in deze eeu »de Profeet" nog de naam van een huis althans van eene handelszaak. De vrouen die oudtijds eenig handwerk, nering of bedrijf, als kostwinning uitoefenden, kregen ook wel, even als de mannen, den naam van haar bedrijf als een toenaam gevoegd by haren eigenen vóórnaam.

Doch aan de oostzijde der Gevangenpoort mist men vaarten en bruggen en bemerkt men onmiddellijk, op Brabantsch grondgebied te zijn. Hier hebben weinigen iets met de Schelde te maken; hier is men in een landstad, waar de meesten hun bedrijf hebben in handwerken, nering en landbouw. In dit gedeelte is de bevolking voor de meerderheid Katholiek.