United States or Belize ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vormden de handelaars, de ambachtslieden der Luiksche steden evenals die der Vlaamsche en Brabantsche ook neringen, ambachten, gilden? Kan men bij de studie der Luiksche geschiedenis, de vorming, de ontwikkeling der gemeenten nagaan? Zonder twijfel, jammer echter, dat de voorspelling onzer fee juist daar eindigt, waar zij het belangrijkst worden moest.

Voor de stelling waren een groot getal poorters, meest bejaard en met zekere pracht gekleed, in eenen afzonderlijken hoop vergaderd Het waren de hoofdmannen der wijken en der gilden of neringen, die hier kwamen hooren wat de schepenen of ridders het volk te zeggen hadden.

Door de woede van den strijd verhit, wilden de poorters in den eerste op zijne stem niet luisteren, en dreigden zelfs den veldheer en zijne ridders te doorsteken, indien hij de booze en verfoeilijke Tancmars tegen hunne woede wilde beschermen; maar eindelijk loch bedaarde het gewoel en geschreeuw een weinig, en dan traden eenige oversten der neringen vooruit, om den veldheer de eischen der poorters te doen begrijpen.

Alle belastingen hoegenaamd ook, of balfaart of beste hoofd, of staande op huizen of op neringen, zijn en blijven afgeschaft ten eeuwigen dage. Daarenboven zullen de burgers van Vlaanderen voortaan macht en vrijheid hebben om hunne eigene wetten en gebruiken te behouden, of ze te veranderen volgens hun goeddunken ."

«De Engelsche wol komt weer vrij in Vlaanderenriepen zij als uit eenen mond. De Wijze Man van Gent heeft ons gered! Nog drie dagen en de Neringen kunnen den arbeid hervatten! De oogen der beide mannen straalden van blijdschap. De jongste, Livina's broeder, was een weversgezel, klein van gestalte, mager, doch ongemeen vlug in al zijne bewegingen.

Wat dit geheele punt der beweerde eenvoudigheid betreft, wij willen het samenvatten in de aanhaling van wat Karel II, een bevoegd rechter, in 1660 over Holland schreef: "Geene koopmanschappen te groot, geene bruiloften te breed, geene Staten te aanzienlijk, geene huizen te kostelijk, geene kleederen te opzichtig, geene fatsoenen te nieuw, geene neringen te ergerlijk."

Oordeelt zelven: In 1337 onderteekende bisschop Adolf van der Marck den «Vrede van AngleurZoo noemt men een verdrag, waarin bepaald werd, dat alleen de leden der neringen van den stedelijken raad mochten deel maken. Drie jaar later bevestigde de Vrede van Fexhe al de oude vrijheden des lands; hij wordt beschouwd als de grondwet des vorstendoms.

"Neen, niet daarbuiten." "Gaat dan achteruit en laat ons den weg vrij!" De oversten der neringen en gilden dreven hunne mannen terug en spanden al hunne pogingen in, om hen tot bedaren te brengen. Meer dan de verwijdering, om zoo te zeggen de ballingschap der Tancmars konden zij nu niet eischen.

Jan Yoens, als hoofdman van Gent uitgeroepen, bezocht Dendermonde, Aalst, Deynze, Ninove, begaf zich naar Brugge en trad met den burgemeester en de hoofden der neringen in onderhandeling. Van Brugge reisde hij naar Damme.

In den loop der XIII^e eeuw echter, leefden en arbeidden naast die «poorters bij uitnemendheid» de massa der eenvoudige ambachtslieden en kleine burgers, die in «neringen» waren vereenigd. Deze menschen werden op verre na niet als de gelijken der «rijken» behandeld.