United States or Armenia ? Vote for the TOP Country of the Week !


't Is overigens het rampzaligste der maatschappelijke verschijnselen, dat al de misdaden van den man met het zwerven van het kind een aanvang nemen. Wij zonderen echter Parijs uit. In een zekere mate, en in weerwil van 't geen wij vermelden, is deze uitzondering gegrond.

Ik had hem, een jaar of twaalf geleden, te Delft verlaten als het rampzaligste lid van het gansche studentenkorps: een jongen van geest en aanleg, maar die jammerlijk èn met zijn eigen groote lichaam èn met zijnen weltschmerz in de war zat eene soort van sentimenteelen Roodhuid mager, menschenschuw en miserabel.

Het rampzaligste is, dat wij buiten staat zijn, hem te hulp te komen. Huiverend, sprakeloos van ontzetting, staren wij elkander aan. Eensklaps bespeur ik een hand, krampachtig vastgeklemd om eene liane, welke achter aan het vlot hangt. Ik grijp die hand en trek haar met alle kracht naar mij toe. Het hoofd van Apatoe verschijnt boven water.

Driftig hief Laudine het hoofd omhoog en zeide, met door tranen verstikte stem: "Hoe kunt gij mij zoo iets vragen? Weet gij dan niet, dat gij hier de rampzaligste vrouw ter wereld voor u ziet? Zijt gij dan doof en blind geworden, dat gij niet gehoord en gezien hebt, hoe mijn echtgenoot, de dapperste en edelste ridder, die op Gods wijde wereld te vinden was, door een sluwen moordenaar gedood is?

Maar nu Eva zoo zichtbaar verminderde en er een dokter geroepen werd, sloeg Marie eensklaps een geheel anderen toon aan. Zij wist het wel, zeide zij, en had het altijd gevoeld, dat zij bestemd was om de rampzaligste aller moeders te zijn.

Hoe! ik zal eerst de ellendigste der menschen zijn geweest en dan de rampzaligste, ik zal zestig jaren levens geknield hebben voortgesleept, alles geleden hebben wat te lijden is, oud geworden zijn zonder jong te zijn geweest, zonder familie, zonder verwanten, zonder vrouw, zonder kinderen geleefd hebben, iets van mijn bloed op alle steenen, op alle stammen, op alle palen, langs alle muren achtergelaten hebben; ik zal zachtmoedig zijn geweest, hoewel men hard tegen mij was, en goed, hoewel men slecht voor mij was; ik zal, in weerwil van alles, eindelijk weer een eerlijk man zijn geworden, berouw hebben gehad over het door mij bedreven kwaad, en het kwade hebben vergeven, dat men mij gedaan heeft, en op het oogenblik, dat ik beloond word, op het oogenblik, dat alles geëindigd is, en ik het doel bereik, op het oogenblik, dat ik heb wat ik wil, wat ik goed en deugdelijk betaald gewonnen heb, zal dat alles heengaan en verdwijnen; ik zal Cosette verliezen, mijn leven, mijn vreugd, mijn ziel; wijl het een jongen dwaas behaagde in het Luxembourg te wandelen!

Werkelijk was het sinds geruimen tijd de rustelooze bezigheid van Egberts leven, dien schat te zoeken, dien zijne verbeelding hem in al zijn schitterenden glans voorspiegelde. Eene koortsachtige prikkeling joeg door zijne aderen, nog te meer door de aanhoudende teleurstelling aangevuurd, en weldra maakte hij zijn gezin en zijn leven tot het rampzaligste, wat men denken kon.

"Ik heb er een jaar doorgebracht," antwoordde Aylva, "het gelukkigste en tevens het rampzaligste mijns levens: dan, vergeef mij, het voegt mij op mijnen leeftijd niet, in de tegenwoordigheid van hen, die opgeruimd en jong zijn, aan treurige herinneringen plaats te geven. Zoo gij wat gelieft aan te rijden, ben ik daartoe bereid. Het zoude weinig beleefd zijn, te laat op het lustslot te komen."

De persoon nochtans, dien ik mijnen lezers wilde voorstellen, voldeed in zoo verre niet aan de formaliteiten, die in deze rampzaligste aller folterplaatsen gevorderd worden, dat hij die, verzeld van slechts een enkelen vertrouweling, binnentrad.