United States or French Guiana ? Vote for the TOP Country of the Week !


De pijn vermindert een weinig; de stuiptrekkingen houden op. Wij laten den zieke over aan de verzorging van Apatoe, en gelasten hem aanstonds te waarschuwen, zoodra zich eenig ongunstig verschijnsel voordoet. Daarna keeren wij naar het dorp terug, waar wij onze Caraïbo-Indianen nog aantreffen.

Wij laten een eend braden; Lejanne en Apatoe geven de voorkeur aan de iguane, die zij met zout en spaansche peper toebereiden. In het lichaam van de hagedis vinden zij, tot hunne groote blijdschap, niet minder dan drie-en-veertig eieren.

Apatoe grijpt die eieren en wil de hagedis dooden; maar de iguane ontsnapt, gaat te water en kruipt op eene naburige rots, waar zij bleef, schijnbaar ongedeerd door de haar toegebrachte wonde. Omstreeks drie uren varen wij langs den Cerro Mogote, eene opeenstapeling van granietrotsen, die bijna de bedding der rivier versperren.

Apatoe en François wapenen zich met een bijl, gaan in de prauw en varen naar den oever om een dezer boomen van zijne kool te berooven. Middelerwijl zetten Lejanne en ik den tocht met het vlot voort: onze makkers zullen ons gemakkelijk kunnen inhalen.

Lejanne en ik zijn telkens verplicht de plaats in te nemen van Apatoe, die nog altijd zijne rust moet houden, en ter vermijding van ongevallen, de pagaaien ter hand te nemen. Daar wij dit werk niet gewoon zijn, wordt de vaart voor ons vrij vermoeiend. In den namiddag zien wij een pas gevormd eilandje voor ons, waarvan het teedere frissche groen helder uitkomt tegen de donkere tinten der bosschen.

Wij maken van dezen dag oponthoud gebruik om met ons drieën, Lejanne, Apatoe en ik, nog eens naar de cueva van het eiland Cucurital te gaan, waar wij een nieuwen voorraad van anthropologische dokumenten opdoen. Lejanne maakt eene schets van de cueva en helpt mij de exemplaren te nummeren, terwijl Apatoe de wacht houdt.

De rivier heeft, ter plaatse van ons bivak, eene breedte van zeshonderd-zeventig el, waarvan niet minder dan vijfhonderd el wordt ingenomen door eene zandbank, die bij hoog water onderduikt. Bij ons vertrek regent het een weinig. Omstreeks acht uur maakt Apatoe ons opmerkzaam op een plaats, waar boomen geveld zijn.

Apatoe schiet hem neder, en gaat met de prauw den vogel halen, die wel een zeer sterken onaangenamen stank verspreidt, maar waarmede wij toch, bij gebrek van beter, ons ontbijt zullen doen. 20 November. Sedert drie dagen komen wij bijna niet vooruit. Wij ontmoeten een aantal eenden, maar zij zijn uiterst moeilijk te naderen, en het gelukt ons niet dan na veel inspanning er vier te dooden.

Lejanne en Apatoe zenden een paar kogels af op eenige krokodillen, die op enkele meters afstands van ons eiland hunne koppen uit het water steken. Een hunner laat een luid geknor hooren, eenige overeenkomst hebbende met het brullen van een tijger. Dit is voor de eerste maal, dat wij deze dieren geluid hooren geven. Tegen den middag bespeuren wij eene prauw, die tegen den zandigen oever ligt.

De heer Donati bezit voor zijn persoonlijk gebruik eene zekere hoeveelheid rooden franschen wijn, waarvan hij ons eenige flesschen wil afstaan. Ik noodig François Burban en Apatoe uit, aan het feestmaal deel te nemen. Burban, die vandaag geen aanval van koorts heeft gehad, is buitengewoon opgewekt en vroolijk.