United States or Israel ? Vote for the TOP Country of the Week !


De menschen zongen reeds onder leiding van den voorzanger, en ik kon onmogelijk zoo maar invallen. Potman keek mij aan en schudde bedenkelijk met het hoofd. Hij vond mij zeker erg slecht. En ik schreide tranen van verdriet. Nu werd de deur geopend en trad Pa binnen. Hij had de kerk onder het zingen verlaten, en kwam kijken, wat er gebeurd was. Zijn gelaat stond zeer ernstig.

Dat de melodiën niet bijzonder moeilijk waren, zag ik al met een enkelen oogopslag, want het waren alle bekende gezangen, die dikwijls opgegeven werden. Toen alles gereed stond, kwam Potman, de orgeltrapper boven. Potman was een oude sukkel, die door de diakonie onderhouden werd en er nog een duitje bijverdiende met orgeltrappen. »Zoo Doruszei hij, »moet jij van morgen spelen?

»Houd je kalm, Doruszei Bob. »Kijk dien ouden Potman eens boos wezen! Ik geloof, dat hij me wel zou willen opetenEn weer begon hij grimassen te maken en op de leuning heen en weer te schommelen, zoodat de stoel er van kraakte. »Bob, houd nu op en ga heen. Toe, asjeblief, Bob

Want tot nog toe had mijn vriend Bob mijne aandacht daar totaal van afgeleid. En de oude Potman ging, als gewoonlijk, zijn slaapje doen. Bob was nog geen drie minuten weg, of de oude man zat al te knikkebollen. Het duurde echter maar kort, of ik hoorde iemand met groot gedruisch de trap afklimmen, die naar den toren voerde. Dat moest Bob wezen, het kon niet anders.

Het gekraak werd evenwel telkens erger, zoodat ik wel omkijken moest, en nu zag ik Bobje boven op de leuning zitten met zijne voeten op de zitting, en hij maakte allerlei leelijke grimassen tegen den ouden Potman, die hem heel boos zat aan te kijken. »Bob, wees toch stilgebood ik, want ik twijfelde niet, of men zou beneden in de kerk het leven kunnen hooren, dat hij maakte.

Komt de meester niet?» »De meester is uitzei ik, »en nu moet ik spelen.» »Zoo, zoo, nu, dat is je toevertrouwd. Er zal wel veel volk ter kerk komen, denk ik, want het is prachtig weêr. Kom, ik zal maar gaan zittenPotman ging naar de andere zijde van het orgel, waar zijn stoel stond, en nauwelijks was hij weggegaan, of Jan van der Vliet kwam binnen.