United States or Cyprus ? Vote for the TOP Country of the Week !


Van den sitingil daalt men langs eene trap naar de verschillende paleizen af, die allen klinkende namen hebben. Men moet daartoe langs een aantal bochtige paden en door verschillende poorten gaan. De bemuring der meeste oude k'ratons was van onbehouwen steen. Zoo vindt men er te Prambanan. Later werden ze van zeer goede mortel en nog later van behouwen zandsteen opgetrokken.

Je had ze zoo in de uitstalkast van een poppenwinkel kunnen zetten. Onvertogen woorden hoorde je niet, ook niet van de jongens. Zelfs de honden waren hier fatsoenlijker dan een straat verder: ze blaften niet zoo onbehouwen. Maar er was ook geen leven, geen frisch, natuurlijk, spontaan leven. De heele Leliestraat was een zoet zijden draadje door 't grove zaklinnen.

En ’t windje is bode van hun luid misbaar: „Ziet ginds dien trotsche, die ons wil bevelen! Met opzet wil hij niet in ’t onze deelen: Alsof die dwaas meer dan wij allen waar’! Hoort, goede broeders, die elkaar beminnen, Wat onzer één zegt, is voor allen waar: Slecht is hij, onbehouwen en van zinnen!”

Och, ze had al zooveel van die onbehouwen schrok-oppen van meiden gehad, die 'r meer opaten dan dat ze er hulp van kreeg en waaraan ze klein Wilmpje nog geen kwartier dorst toe te vertrouwen.. dit leek zoo'n bedaard en ordentelijk kind....die zou wel willig zijn, zou 'r niet afbekken, zou ook niet zoo'n brok uit de dagelijksche kost happen....Na Wilmpje kon ze 't niet meer af met een halve hulp van vijf, zes uur per dag....ze moest er wel een voor dag en nacht nemen.... er was nou veel te doen, en ze was zelf zoo sterk niet meer....; en die kinders die 's middags en 's avonds naar huis gingen, die stalen ook dikwijls zoo.... iedere keer een handjevol steenkool in den zak, een kluitje vet, een stukje soda.... en het ongedierte, dat ze vaak meebrachten uit 'r sloppen.... Och! of dit nu eens gaan mocht!

Als een waarlijk afschuwelijk product van planmatig voortgezette veefokkerij vermelden wij ten slotte nog het Durham- of Korthoornig Rund, den "Shorthorn" der Engelschen (Bos taurus dunelmensis): een wanstaltig dier met kleinen kop en zeer zwakke hoornen, rechten rug en korte pooten, dikken hals en onbehouwen romp, voornamelijk bestemd om als mestvee de grootst mogelijke hoeveelheid vleesch voort te brengen. Oorspronkelijk kwam het bijna uitsluitend in de oostelijke graafschappen van Engeland voor; tegenwoordig is het over geheel Engeland en Ierland verbreid; hier en daar, hoewel altijd nog zeldzaam, wordt het ook wel in Nederland, Duitschland en Frankrijk aangetroffen. Wat de melkproductie betreft, staat dit vee ver achter bij andere slagen; door de vleeschopbrengst overtreft het ze echter alle; enkele stieren hebben op den leeftijd van 12 maanden reeds een gewicht van 700

In gedachte zie ik een ouden snorrebaard met »zijn« politieke kommissaresse over de stafkaarten gebogen, stuursch en brommig haar vragen beantwoorden. Of is de generaal misschien een oolijke ouwe heer, die denkt: »als 't dan tòch moest, dan in godsnaam maar een vrouw; beter dan dat ze mij zoo'n onbehouwen kerel op mijn dak stuurdenen zich schikt met gratie?....

't Had blauwe horretjes als bijna al de andere huizen en achter een van die horretjes zaten, vaag en verwaasd als onder het blauwachtig water van een bokaal, twee oude en ouderwetsche vrouwegezichten, die mij strak, met onbehouwen nieuwsgierigheid, aanloerden.

De romp van de Walvischachtigen is kolossaal en onbehouwen zonder eenige uitwending waarneembare geleding; de kop, die dikwijls wanstaltig groot en in den regel ongelijkzijdig gebouwd is, gaat zonder duidelijk herkenbare begrenzing in den romp over; deze loopt, naar achteren slanker wordend, in een breede, horizontaal geplaatste staartvin uit.

Toen de moordenaar zag, dat niemand hem volgde en bedacht, dat men hem waarschijnlijk voor een dronken, onbehouwen vlegel hield, deed dezelfde ongedurigheid en besluiteloosheid, die hem ondanks zichzelf den geheelen dag bevangen had, hem terugkeeren naar het stadje; terwijl hij al voortloopend uitweek voor den lichtschijn der lantarens van een postwagen, die in de straat stond, herkende hij deze als de postkar van Londen en zag dat ze voor het kleine posthuis stond.

Het waren, om kort te gaan, ruwe kerels, die in hun uiterlijk niets voornaams vertoonden, meer met lederen dan met lakensche kleeding gekleed waren, uiterst onbeschaafd en onbehouwen in hunne uitdrukking en dan ook eerder moesten geacht worden tot de oudere dan wel tot de Floridasche steden te behooren.