United States or Guadeloupe ? Vote for the TOP Country of the Week !


Neen; Maats, dat heb je effentjes zo wat mis, ik ben geen Dominé, en joului Kadet is myn Zoon niet; maar ik ben een Koopman, en een oud Vryër: nu, dat is 't zelfde.

Wel ja, die uitrusting wil wat zeggen; ik heb by gelyks kind noch kraai in de waereld: Nu, de jongen ziet er uit als een Vorst, in zyn Zeemontuur. Je bent nu Monsieur Kadet; en draagt een degen, zo wel als een Admiraal.

Hij is een knap en voornaam heer, en lijden mochten zij elkaar al, toen hij nog als kadet met verlof te huis kwam." Peter krabde zich weer achter de ooren. "Nu," meende hij, "als ik mijnheer was, ik zei neen, om de oude van het slot." "Pst!" waarschuwde Doortje, "waarlijk, zij komt de trap af; nu gaan zij in de kamer. Hoezee! een verlovingsfeest dat zal een pret geven."

De Franciskaan was in een vreeselijk humeur: hij schopte tegen de stoelen die hem hinderden op zijn weg, en zelfs gaf hij een stoot met zijn elleboog tegen een "kadet." De luitenant was hoog-ernstig. De anderen praatten druk en prezen de prachtige tafel.

Ajje d'r nou bij gaat zitte, za'k ze je nog's voorleze, omdat jij toch 'n ami intime van me bent... Mot je hoore, en maar nie' na me kijke, a'k altemet van inwendige ontroeringe weer nie' verder kan komme ..." Tot de onverwachte wending weer kwam, op mijn meewarigheid: "Wel christeneziele, wa' jij toch 'n slome kadet, da' je die inzichte van mijn nooit wil begrijpe.

Daar ging de veêr van het medaillon; er was een lok blond haar in; Marie bloosde. "Van Willem," zeide zij openhartig; "weet gij, of hij al kadet is?" En zij bloosde sterker. "Ha! eene eerste liefde," dacht ik. "Spreek er toch mademoiselle niet van!" ging zij verlegen voort. O opvoeding! Ik sloeg het verzoek af, noch stemde het verzoek toe; ik hoorde de dorpsklok slaan, en wij keerden terug.

En wat denk je, Dominé, dat Heintje daar op zei? Dat was het ook, zei ik, want dan waart gy een ondeugende Jongen: maar ik zie nu wel, dat gy een braaf kind zyt. En ik troostte hem weêr zo wat: en zoo kwamen wy aan boord, met de sloep. Daar kwam Janmaat en Ceesneef op de proppen: "hier, Hein, wat dit en dat! de valreep! daar is onze Kadet Redelyk; met zyn Vader."