United States or Suriname ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Mijn ongelukkige zoon," sprak de vader, "heb moed; deel mij uwen angst mede, misschien zullen mijne woorden u eenigen troost geven. Gij zit daar reeds zoo lang zonder spreken." Geeraart bracht de hand zijns vaders op zijn benepen hart en drukte ze bevende; hij hoorde aan den toon van zijns vaders woorden, dat dit stilzwijgen hem pijnigde.

De arme Geeraart zat weder bij het bed van zijnen vader, stilzwijgend met de armen op de borst gekruist, en ineengezonken als een mensch, wiens spieren hunne veerkracht verloren hebben; hij was niet meer die jongeling met de schoone zwarte haren, die aan zijn bleek gelaat zooveel mannelijkheid gaven; neen, nu was hij zoo oud geworden als zijn zieke vader.

"Pas maar op, Geeraart," antwoordde Frans met ongevoeligheid, "want zoo gij misslaat, wordt gij dood geworpen gelijk de beul Harmen; maar dan zal ik u bijstaan." De jonge scherprechter bezag Lina met diepe droefheid en ging naar de deur om het meisje te verlaten, eenen traan uit zijn oog vegende.

Geeraart bedroog zich zelven en zijnen vader, en zijne woorden waren slechts voortgesproten uit de innige razernij, die hem had bevangen, wanneer hij zich gedwongen zag te kiezen tusschen twee besluiten, welke hem even pijnlijk, even onmogelijk uit te voeren waren: òf zich den dood ten prooi te geven en zijnen vader de grootste ondankbaarheid te bewijzen, òf wel beul te zijn met hart en ziel.

Zoodra Geeraart zijne krachten volledig herwonnen had, vertrokken zij geheimelijk van die plaats en keerden terug naar de stad, alwaar Geeraart zich in het huis van Lina tot den diepen nacht verborgen hield. Toen de klokken het gevreesde middernacht aankondigden, ging hij, van Frans vergezeld, naar de woning zijns vaders en trad onverwachts in zijne kamer.

"Lina!" riep hij, terwijl hij den neergevelden man bij de beenen naar het Galgeveld sleepte, "trek Geeraart tusschen het kreupelbosch; indien hij nog leeft, is hij voor altijd gered en verlost. Spoed u!" Deze woorden gesproken hebbende, sleurde hij zijnen vijand met zooveel snelheid van daar weg, dat deze geenen tijd had om iets vast te grijpen en weinige klachten kon voortbrengen.

Geeraart las zijne onherroepelijke bestemming met diepen angst; hij wierp het boek met verontwaardiging en toorn ten gronde en riep: "Vervloekt zij de onrechtvaardige wet, die mij van voor mijne geboorte tot bloedvergieten en tot schande veroordeeld heeft!

De oude beul, die weenend op het ziekbed den dood zijns zoons betreurde, gaf geen geloof aan hetgeen hij voor eenen bedrieglijken droom, eene begoocheling van zijnen geest aanzag; maar wanneer de driftige omhelzingen van Geeraart hem overtuigd hadden, en dat deze hem met bondige woorden zijne wonderbare verlossing had verklaard, scheen de oude en teedere vader door ontroering te bezwijken; zijne leden verroerden zich niet, zijne wezenstrekken getuigden kalmte; zijne oogen glinsterden wel van vreugde, doch bleven niet min beweegloos en met eene ongemeene scherpheid in de oogen van zijnen zoon gevestigd.

Geeraart hield een oogenblik op van spreken, om zijne vriendin te hooren, doch vervolgde zonder van zijne eerste rede af te wijken: "Wij hebben ons gevleid met de hoop, dat een onverwacht voorval mij van het beulsambt zou bevrijden, en dat wij dan gerust en onbekend in eene andere stad zouden hebben kunnen wonen; maar eilaas, lieve Lina, wij hebben gedroomd.

Met pijnlijk geweld richtte hij zich half op in het bed en zijnen zoon tot zich trekkende, sloeg hij de twee armen hem om den hals en omhelsde hem onder eenen tranenvloed. "O, Geeraart!" riep hij, "ik versta u, gij wilt sterven! Gij neemt behagen in deze zondige gedachte, in dien afgrijselijken droom.