United States or Togo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Derhalve troostten èn moeder èn dochter den gepijnigden Overste, door eenstemmig te verklaren, dat zij ’t volste vertrouwen in Dr. Druff hadden, en papa dus maar geduldig moest doorstaan, wat nuttig en noodig voor hem was.

Druff alleen was: „Dokter, is die laatste slag bepaald zoo onmisbaar? Mijn goede, beste man ziet daar zoo erg tegen op. Zou u hem dien niet kunnen schenken?”

Met het gewichtigste en ernstigste gelaat van de wereld verzekerde Dr. Druff: „Mevrouw! die hoort onvermijdelijk bij de kuur; ’t is wel onpleizierig voor den Overste, d

Hum!” zei de Overste en eenigszins verlegen voegde hij er bij: „Dokter, hum!.... Uw declaratie, zou u die liefst nog deze week willen zenden, want ik reis spoedig naar huis?” „Mijn declaratie?” vroeg Dr. Druff en onwillekeurig keek hij glimlachend naar Ildegard, die dadelijk probeerde of zij ook blozen kon.

HoeveelDonnerwettersenSakkrrrementsde oude krijgsheld in de wereld zond, is niet te bepalen, maar ze waren legio; vooral tegen het einde van iedere dagelijksche behandeling ontsnapten die verwenschingen en uitroepen in grooten getale zijn gebaarden mond en herhaaldelijk verzekerde de Overste aan vrouw en dochter: „Die Druff is een wonder van knapheid, een kraan van een vent,

Met eenige verwondering had de oude medicus geantwoord: „Neen, Freule, gewoonlijk niet. ’t Is wel zonderling, maar mijn collega Druff is een door en door geleerd en kundig man en bovenal specialiteit in de massage. Hij weet volkomen wat hij doet en zal ’t dus bepaald noodig oordeelen voor ’t heil van uw papa.”

De dokter boog even voor de spichtige Ildegard, die zeer voornaam een nijging maakte, en terwijl zij uit haar zeegroene oogen een schaamachtig onderzoekenden blik op Dr. Otto Druff sloeg, zuchtte zij in stilte: „O! wat ’n lief mensch schijnt dat te zijn.” „Mag ik u verzoeken, Dokter? Mijn man is in de slaapkamer.” „Gaarne, Mevrouw!”

Uitstekend, Overste; we kunnen dadelijk beginnen”. De dokter trok zijn jas uit, ontdeed zich van zijn vest, en toen Mevrouw von Hattersdorff verschrikt vroeg: „Dokter, u gaat u toch niet uitkl...?” viel hij haar lachend in de rede met: „Pardon! ik maak ’t me alleen maar wat gemakkelijker; er is nog al kracht noodig voor zoo’n massage.” Druff knoopte zijn manchetten los, stroopte zijn hemdsmouwen op, toonde een paar buitengewoon zwaar gespierde armen en vroeg: „Heeft u ook een weinig zoete olie, Mevrouw? ’k Gebruik anders cold cream, maar de Overste ligt nu zoo goed in positie, dat ik....”

Hij liep, ofschoon nog wat zwak, als een kievit door de kamer en zag er uit als nieuwgeboren; zijn eertijds min of meer violette gelaatskleur was meer normaal geworden, zijn oogen stonden helder en de onwillige heup was nu een voorbeeld voor alle heupen. „Overste!” zei Dr. Druff na den achttienden dag, „ik kom afscheid van u nemen: u heeft mijn behandeling niet meer noodig.

„O, Dokter, dat is heusch niet om aan te zien; dat is een afschuwelijke marteling,” snikte mevrouw, toen zij zag, dat na een tiental minuten, waarin de lijder zich onder de hem masseerende handen kromde als een worm, dokter Druff zijn behandeling besloot met een allervervaarlijksten slag op het dikste gedeelte van des Oversten heup, zoodat de patiënt bijna opsprong en brulde: „Gottsdonnerwetter, dat is