United States or Madagascar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zijn lompe, grove handen en voeten schenen eer geschikt om de zware klei te bewerken of turf te trappen, dan om geschikte gebaarden van den kansel te maken. Zijn heesche, wanluidende stem duidde meer den oproerkraaier dan den leeraar aan, en zijn waggelende gang verraadde eer den Bachusdienaar dan den zedenpreker.

Let eens op de gewelven van alle paleizen en openbare gebouwen in de stad, hef uwe oogen op naar de bogen en kapiteelen dor zuilengangen: overal ziet ge een turkschen kop met den tulband gedekt of een gebaarden Slavoniër.

Bij nadere beschouwing van dien gebaarden kop, die in eene reusachtige draken- of slangenmuil is gevat, herkennen wij daarin het beeld van den god Quetzalcoatl; de type is een weinig veranderd, maar de kenmerkende attributen ontbreken ook hier niet.

Zij gingen weêr een vlucht van trappen op, bevonden zich in het Tribunaal, de keizerlijke loge. Op het tooneel, met enkele roode lampjes verlicht, op het wijde proscænium, liepen, praatten, gebaarden tal van donkere wezens, als schimmen en schaduwen.... De jongens, in den schemer, herkenden hen. Het was de caterva.... Dominus! riep Cecilius. Dominus!! riep Cecilianus, scheller.

Mijn bejaarde moeder heeft mij gezegd, dat zij mij zou vloeken, indien ik ooit een gebaarden held zou kussen en ik heb er een eed op gedaan, slechts een geschoren ridder lief te hebben, zooals de koninklijke Prins Marko er een is." Hierop riep de Doge twee barbiers, een om zijn baard af te scheren en de ander om zijn gelaat schoon te wasschen.

In 't uitgaan der kroeg bemerkte Teun, dat zijn vrouw Joan, die reeds buiten was, toewenkte, dat zij hem nog iets te zeggen had: bij het zien dezer beweging stootte hij haar ruwelijk achter zich weg; dan Joan, wien de gebaarden van Klaartje niet ontsnapt waren, keerde terug, draaide om den voerman heen en stak aan diens vrouw de hand ten afscheid toe.

Een Officier, in dienst der Indische Compagnie, heeft onlangs eene beschryving uitgegeven van de verschillende houdingen, gebaarden, gezichten, zuchtingen, uitdrukkingen van vermaak, vrees, hoop, en elke trap van hartstocht, die de danseressen in de Oost-Indiën doen blyken; maar wat deeze jonge dogters ook doen mogen, om de verbeelding der toekykers aan te vuuren, men weet, dat de heidensche vrouwen de kuischte in de geheele weereld zyn.

Vest van den een was opengesprongen op zwelling van buik. Niet éen bewoog. 't Papier had de aandacht. Gordijn half-neer, posten van raam en vensterbank, omlijstten in 't zwart van de zaal de jodenkoppen, bleek in den schijn van het zonlooze licht. Zij spraken niet, gebaarden niet, waren in starre aanschouwing achter de ruiten zacht-glimmend.

"Niet!" hervatte de Baron: "nu, dan weet ik het: gij zijt een Arminiaan, Joan!" "Goede hemel!" riep Barbara, de handen boven 't hoofd ineenslaande; "een Arminiaan!" "En wat nog erger is, een Sociniaan!" vervolgde Reede. "Een Sociniaan! Dat verhoede de Heer!" zeide Mejuffrouw Raesfelt, met dezelfde gebaarden. "En wat het ergst van alles is, een huichelaar."

Overal in den omtrek waren er, het wemelde van geschoeiden en ongeschoeiden, van geschorenen en gebaarden, van grijzen, zwarten, witten, van Franciscanen, Minderbroeders, Capucijnen, Karmelieten, kleine Augustijners, groote Augustijners, oude Augustijners... Het krioelde." "Spreken wij niet van monniken," viel Grantaire hem in de rede; "men voelt lust zich te krabben."