United States or Ghana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bij het verlaten van het huis kwamen zij een zeer aardig en verstandig jonkman, zekeren Sanson Carrasco, tegen, die een geleerde en met onzen welmeenenden pastoor bevriend was. Bij hem stortte deze laatste zijn hart uit, en de jonge Carrasco gaf al spoedig een middel op, om Don Quichot van zijne avontuurlijke hersenschimmen te bevrijden.

Na deze inleiding spoorde hij hem met krachtige taal aan, toch spoedig weer een nieuwen krijgstocht tegen de ondeugden, verkeerdheden en zonden der goddelooze wereld te beginnen, en bracht het toch al zwakke hoofd des edelen Dons daardoor dusdanig op hol, dat deze terstond besloot, aan de inblazingen van den welbespraakten Carrasco gehoor te geven.

Hij gespte hem den helmband los, om hem lucht te verschaffen en te zien, of hij wis en wezenlijk dood was, en aanschouwde nu tot zijne allerovergrootste verbazing het aangezicht van van den heer Sanson Carrasco, denzelfden, van wien hij zijn fraaien helm ten geschenke had gekregen.

"Die man daar aan uwe voeten is wis en vast Sanson Carrasco, uw goede vriend, en ik ben zijn alleronderdanigste knecht en dienaar." "Maar waar heb je dan je neus gelaten?" vroeg Sancho Panza, als ten toppunt van verbazing, toen hij dat schrikbarend uitsteeksel niet meer ontdekte. "Dien heb ik hier in mijn zak," antwoordde de knaap en haalde een ding van beschilderd bordpapier voor den dag.

Verzoek uwen dapperen heer echter eerst, dat hij den armen spiegelridder geen kwaad doet; want het is wezenlijk de heer Sanson Carrasco, zijn oude vriend."

Tijdens de regeering van gouverneur Carrasco, van 1808 tot 1810, nam de zucht naar vrijheid een meer definitieven vorm aan; Napoleons verovering van Spanje en de gevangenneming van den spaanschen koning steunden den geest van vrijheid, en op 16 Juni 1810 moest gouverneur Carrasco afstand doen, vooral onder pressie van den cabildo of het stadsbestuur van Santiago.

De arme vrouwen, die van Carrasco's fijn plan niets wisten, waren radeloos, en kermden en huilden, maar richtten daardoor niets uit, dan dat Don Quichot haar voor malloten en domme, onverstandige vrouwlui uitmaakte, zonder zich door al dat misbaar van zijn voornemen te laten afbrengen. Den volgenden dag zond Carrasco den beloofden helm.

Dit was echter, gelijk wij uit goede bron weten, in geenen deele het geval. De overwonnen dolende ridder was wel waarlijk Sanson Carrasco, die uitgetrokken was om Don Quichot van zijne dwaasheid te genezen.

Bij 't zien van het bleeke aangezicht van Carrasco sloeg hij van louter verbaasdheid een kruis en spoorde zijn heer aan, om den gevallene maar zonder omslag het zwaard tusschen de tanden in te boren en zoodoende aan die verfoeielijke tooverij op eens een einde te maken. "Dat zou zoo verkeerd niet wezen," zeide Don Quichot en trok zijn zwaard, om Sancho's raad onverwijld op te volgen.

Don Moreno vernam dat eerst, toen hij in al de logementen der stad naar hem vroeg, hem vond en de volgende opheldering van hem verkreeg: "Gij moet weten, mijnheer, dat ik Sanson Carrasco heet en een landsman van onzen ridder Don Quichot ben.