United States or Bangladesh ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Keltische en daarop gelijkende romans voerden hen in een wereld die hun grootendeels vreemd was, maar die hen bekoorde, deels door al dat vreemde en wonderbaarlijke, deels doordat zij hier in overvloed vonden wat zij begeerden of bewonderden: rijkdom en weelde, hoofsche beschaving, fijnheid van vormen en omgangstaal.

Hij zag Machteld, en zijn moeder vroeg hem, of hij niet wist, dat zij de rijkste en schoonste was van Brabants jonkvrouwen. En ziet! haar rijkdom bekoorde hem. Te mogen rossen en brassen, iederen dag weder, uit de eeuwige schat. Hij stelde het zich al voor, zonder gedachte, met zinnelijken blik, hoe hij de fraaist-gekleede ridder zijn zou ver in den contrije, en hoe hij Mirjam zou blijven bekoren.

Mysticisme, met zijn wondere kracht van gewone dingen een schijn van vreemdheid en onzegbaarheid te geven, bekoorde hem voor een tijd; voor een tijd gaf hij zich over aan de materialistische leerstellingen van de Darwinistische beweging in Duitschland, en vond er een genoegen in gedachten en passies der menschen terug te brengen tot een parelachtig celletje der hersenen, tot eene witte zenuw in het lichaam.

Fra Alberto ging voort: Madonna, omdat gij mij hebt vergeven, zal ik het u gaarne zeggen, maar denk aan een ding, dit zeg ik u, dat gij er u voor wacht aan wien ook ter wereld te vertellen, wat de engel Gabriël mij meldde, dat ik u moest berichten en dat gij hem zoo bekoorde, dat hij meermalen 's nachts bij u zou zijn gekomen, als het niet was geweest om u niet te verschrikken.

Toen hij eindelijk nabij den top kwam versnelde hij zijnen stap en liet zich door niets meer ophouden, totdat hij de hoogte bereikt had en verrukt over het schouwspel aan zijne voeten staan bleef. Die reiziger was Ben-Hur, en wat hem zoo bekoorde was Jeruzalem, de stad Gods.

De gesp zelf is een allerzeldzaamst kunststuk, Met schooner werk bekoorde nooit Cellini Grooten Lorenzo. Nu moet gij hem dragen. Niemand in stad hier is hem waardiger. Hij zal u goed staan. Aan den éenen kant Jaagt slank, in gouden sprongen, een gehoornde Satyr een nymf van zilver.

De aanblik dezer Vrouwe bracht mij in zulk eenen vreemden toestand, dat ik dikwijls aan haar dacht als aan iemand die mij al te zeer bekoorde; en ik dacht over haar aldus: "Deze is eene lieflijke Vrouwe, schoon, jong en wijs, en wellicht verschenen door den wil der Liefde, opdat mijn leven rust zoude vinden." En dikwijls genoeg dacht ik over haar nog teerder, zoozeer dat mijn hart er mede instemde, dat wil zeggen met deze gedachten. Maar wanneer het aldus had toegestemd, begon ik, als door de Rede daartoe aangespoord, opnieuw te overpeinzen en zeide in mijzelf: "Eilaas, welk eene gedachte is deze, welke mij op eene zoo lage wijze wil troosten en mij haast niets anders laat denken!" Dan verhief zich eene andere gedachte en zeide: "Nu ge in zoo groote beproeving geweest zijt, waarom wilt gij u niet terugtrekken uit zulke bitterheid? Gij ziet dat dit eene inblazing der Liefde is welke de begeerten der Liefde met zich brengt en welke komt van eene zoo lieflijke zijde als de oogen dezer Vrouwe die zich zoo deernisvol heeft betoond." Zoodat ik, na aldus herhaaldelijk in mijzelf te hebben gestreden, er eenige woorden over zeggen wilde; en omdat diegenen in dien strijd van gedachten overwonnen welke voor h

Die ziekelijke schoonheid bekoorde Rodolphe, dikwijls kroonde hij 's nachts uren lang steeds weer met kussen het bleeke voorhoofd van zijn geliefde, wier vochtige en moede oogen, half geopend, schitterden onder den gordijn van haar prachtige, bruine haren.

Koel en afgemeten was zij altijd; niemand kon zeggen dat Lady Honoria ooit de perken der striktste welvoeglijkheid overschreed; maar Geoffrey schreef dit toe aan een zachte en gepaste zedigheid, die mettertijd wel zou veranderen. Zij veinsde ook een onschuldige onbekendheid met zoo iets prozaïsch als geldzaken, die hem zoowel misleidde als bekoorde.

Wat haar vroeger bekoorde leeft niet meer, wat haar vroeger bezielde bezielt haar niet meer, De heldendaden van het heden en de scheppingen van het heden doen die van 't verleden vergeten, Niet meer klinkt haar stem, verstorven in de tijden, aan de bronnen van Castalië, Zwijgend zijn de gebroken lippen der Egyptische sphinxen, zwijgend al die pyramiden-graven die den tijd trotseerden, Voor altijd uit: het epos van Azië's en Europa's gehelmde krijgers, de wilde roep der muzen zwijgt, Zwijgt!