United States or Jersey ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen kwamen zij, die gespaard waren tezamen, en ze riepen dat men Abraham en Mirjam zou dooden. Want de joden hadden de bronnen vergiftigd, en vergelding vroegen ze om het vreeselijk misdrijf, waaraan zich de beiden hadden schuldig gemaakt. De jonge ridder in het zwaar-beschut kasteel lachte achter zijn muren. Des avonds, als Mirjam bij hem kwam, stelde zijn lach haar gerust.

Alleen de oude Abraham en zijn schoone dochter Mirjam bleven in het dorp. Want Abraham was te oud, om te gaan en Mirjam was te schoon, om niet door den ridder van Ruurloo te worden beschermd. De Zwarte Dood reed op Zijn zwart paard. Bijna geen huis, op eenigen afstand van het slot, of Hij was er de gast, die roofde en moordde.

"Ha, valsche Jood! was het die heks Mirjam, wier afschuwelijke toovenarijen in ieder Christelijk land bekend zijn?" riep de Grootmeester, een kruis slaande. "Haar lichaam is op een brandstapel verbrand, en hare asch door de winden verstrooid; en zoo ga het mij en mijne Orde, zoo ik niet hetzelfde en nog meer aan haar leerling doe!

"Gij zegt de zuivere waarheid, Rebekka," zei Izaäk, voor deze gewichtige gronden zwichtende, "het ware heiligschennis, om de geheimen der gezegende Mirjam te verraden; want het goede, dat de Hemel geeft, moet niet roekeloos aan anderen verkwist worden, het mogen dan gouden talenten of zilveren sjekels, of de geheimen van een wijzen geneesheer zijn; zeker moeten ze bewaard worden door hen, aan welke de Voorzienigheid ze heeft geschonken.

Daar Mirjam hare woorden had gehoord, dreigde zij hem, toen ze weder tezamen waren: "Ridder van Ruurloo! ik weet het lot der vrouwen, zooals ik er een ben, gelijk ik het lot der bloesemen weet. Daarom zal ik me niet wreken, als gij mij verstoot. Doch bij den eeuwigen God! als ge mijn ouden vader met uwe hand aanvat, zijn uwe dagen geteld." Hij lachte, en antwoordde niet.

Het zonnelicht was uit de zaal geweken. Alles was in valen schemer verborgen. Onbewegelijk stonden de gasten, wachtend op meer. De heidinne richtte zich recht uit haar gebogenheid. Terug den sluier. "Mirjam." "Mirjam," echode haar stem. Ze naderde den ridder, en zag hem aan. Ze sloeg haar armen om hem heen, zóó sterk, dat zijn krachtige arm weerloos werd.

Hij zweeg even, lachte genoegelijk en zeide: Wel, Esther, wat zegt gij daarvan? Voorwaar, de geestdrift eens zangers komt over mij, de bezieling van Mirjam en David. Mijne gedachten die zich bezig moesten houden met cijfers en teekens, zijn vol van het geschal der cymbalen, van harptonen, en het vreugdegejubel eener groote menigte, staande rondom een nieuw opgerichten troon.

"Wel," antwoordde Izaäk, terwijl hij haar losliet, "het spijt mij evenzeer, zijn bloed te zien stroomen, alsof het gouden byzantijnen uit mijn beurs waren; en ik weet wel, dat de lessen van Mirjam, de dochter van den Rabbi Manasse van Byzantium, wiens ziel in het Paradijs is, u in de heelkunst ervaren gemaakt hebben, en dat gij krachtige kruiden en versterkende elixers kent.

Rebekka onderzocht de wond, en na die verbonden te hebben met de heelmiddelen, welke haar kennis voorschreef, gaf ze haar vader te kennen, dat, zoo de koorts gestuit werd, wat ze wegens het sterke bloedverlies verwachtte, en indien de heelende balsem van Mirjam zijn kracht niet verloren had, er niets voor het leven van hun gast te vreezen was, en dat hij den volgenden dag veilig met hen naar York zou kunnen reizen.

Toen ik deze sage voor 't eerst hoorde, en ze naast Mirjam legde, werd het mij eenigszins zonderling te moede. Was het wel dezelfde Zwarte Dood, welke in Ruurloo een zoo lugubere, in den Enscheder Esch een zoo liefelijke, onschuldige overlevering deed ontstaan?