United States or Nigeria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Haer zeden zijn beleeft, haer reden wel gebonden*, 485 Haer spraeck is enckel geest en niet als soete vonden;* In 't korte, watse doet en watse neemt ter hant, Dat toont een goeden aert en ongemeen verstant.

Aert van Meldert, Fransche Schoolmeester te Rotterdam, verleenden de Staten van Holland in 1585 octrooi voor door hem vervaardigde "Capitale Letteren" en in 1616 werd door de Staten-Generaal aan Davidt Roelandts van Antwerpen "francoyschen schoolmeyster binnen Vlissingen" een octrooi verleend voor: "'t magasyn oft packhuys der loffelycker penneconst, vol subtile ende lustige trecken, percken, beelden ende fiegueren van menschen, van beesten, vogelen ende visschen, ende noch meer dan hondert onderscheyden geschriften, verciert met diversche capitalen oraculen ende gulden sententiën..." etc. .

Hi es een edel Sarrasijn, Die vant mi in sinen bogaert, Ende hi heeft een dochter van hoger aert, Di mi soe blidelijc ontfinc: Doen mi haer vader die coninc Vant, doen wert si mijn moeder, Ende hielt mi op als haren broeder, Daer icxse ewelijc om minnen moet. Die heeft mi al ghemaect vroet. Hoe dat mi haer vader vant, Ende dat ie lach in desen bant, Doen haer vader mi haer brachte.

Alleen aan de dapperen, die in dienst van den Staat en aan de wonden, in diens dienst ontvangen, het leven verloren, kende 's Lands Regeering eene graftombe toe onder de gewelven harer kerken: en welke aanspraak kon hij, de man, die 't grootste deel zijns levens in vreemden dienst doorbracht en rustig op zijn bed den adem uitblies, dan maken op een eer, welke aan geen Meppel, aan geen Aert Van Nes, aan geen Kornelis Tromp te beurt was moge vallen!

Waar hij zich bevond, wisten zij niet wel, maar zij meenden te mogen denken, dat hij de baan naar Casterlee was opgewandeld, want iemand had hem halverwege den Aert ontmoet. In alle geval, hij had hun aangekondigd, dat hij slechts te tien uren des avonds zou terugkeeren; lang kon hij dus niet meer wegblijven, want de dag verminderde sterk en het zou welhaast donker worden.

Dit was ook het geval met Tromps voormalig Admiraalsschip waarvan de bemanning voor het grootste deel overging op De Gorcum, kapitein Aert Jansse Van Nes, die onder het zeevolk den bijnaam van "Boer Jaap" had. Zoo kwam de achtste van Wijnmaand.

En seyt haer: Schoone maeght, ick sweere by mijn leven, En by het ridderschap my van den prins gegeven, Ick sweere by het pant dat ghy voor oogen siet, Dat u mijn trouwe ziel oprechte liefde biet. 560 'K en wil u, schoone blom, niet als een by-sit houwen, Ick wil u na den aert* van onse wetten trouwen, En tot een vast gemerck*, siet daer één eeuwigh pant, Draeght dat tot mijnder eer aen uwe rechterhant.

Voor een droge keel wist de voordrager zich te wachten; aan het slot der zedenschets van den man die gherne dranc een dorstige stof klinkt het: Nu, gheeft mi drincken metter vaert Want drincken dat es al mijn aert . Tusschen de overgroote meerderheid der hoorders van eenig literair werk zagen wij in een vroeger tijdperk hier en daar ook eenige lezers.

Capittel III. Van den aert der byen. D. Vr. Syn alle byen van een aert?

Ic waende mijn here de coninc, Edel wijf, hadde ghesijn mijn vader, Ende ghi mijn suster, dat wendic al gader Ende beide gheweest van enen bloede, Ay! mi es nu alsoe wee te moede! Bi minen gode Tervogan, Ic ben wel die druefste man, Die nie ter werelt lijf ontfinc. Ay mi! benic dan een vondelinc, Op erde nie droever man en waert. Ic waende sijn van hogher aert, Maer mi dunct ic ben een vont.