United States or Saint Martin ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hy voelt syn ingewant, hy voelt syn herte springen, 865 Al sy maer uyt de borst een deuntjen plagh te singen, Het bitter even-selfs dat is hem suycker soet. Ey siet eens wat de jeught, en wat de liefde doet!

De vreemdelingh behoort te swijmen, die my siet, zeide Huygens, omstreeks de helft der zeventiende eeuw, Amsterdam sprekend invoerende: en inderdaad, in zijnen tijd en nog eene eeuw later was er wellicht geene stad in geheel Europa, meer dan zij geschikt, om bij den vreemdeling, die haar bezocht, een indruk te verwekken van verbazing en opgetogenheid.

Daer schreeut men overhoop*. Andreas wort gebonden, En al het heydens rot na Murçia gesonden; Daer is het hals-gerecht van dat geheele lant, Soo dat men daer ontrent geen hooger rechter vant. 1080 Terwijlen dit gebeurt, Constançe, gansch verslagen, Is van den bleycken angst als buyten haer gedragen, Daer is een killigh sweet dat uyt haer aders schiet, Vermits sy haren vrient aldus gebonden siet.

De loktoon bestaat uit helder gefloten klanken, die op "tu tu tu" gelijken, het gewone geluid echter, dat voortdurend gehoord wordt, zonder dat het eigenlijk iets beteekent, is een kort en niet ver hoorbaar, maar toch scherp "siet". Bovendien verneemt men tonen, die als "tsierr twiet twiet twiet" of "twèt twèt twèt" klinken.

Maer, siet, de loose maeght die wees den ridder aen, 1035 En seyt het slim bejagh* by hem te zijn begaen.

Want die op syn bedrijf* niet vlijtigh toe en siet, 755 Wanneer hy weder koomt, soo vint hy dickmael niet. Ons tuygh wort noyt gerooft.

Want dewijle het voren is vast gestelt, datter geen bescheyden* en eygen beweginge in de slagh-ader te vinden is die juyst alleen past op de minne-sieckte, en dat daerom met omsichtigheyt en 1765 vernuft alle omstandigheden moeten werden overwogen, eer men yet sulcx besluyten kan, soo siet ghy wel hoe los* u op-genomen* kunste gaet. Phi. Mart. Delrio disq. Mag. lib. 4. cap. 5.

En dit siet men niet alleen in de viervoetige Dieren te geschieden, maar ook in de Vogelen en Visschen; en bysonderlyk in de Rog, die seer sterke beweegingen in syne Spieren herneemt, als men syne Senuwen irriteert.

Soe siet hi neder ende merket dit ellende daer hi in ghekerkert es ende dies hi niet ontgaen en mach: soe vloyen tranen van droefheden ende van jammere" .

"Ghij siet wale wie der wynter kalt "Die eerde bevroret "Ende haer vrocht testoret "Ende tewrijvet ende verkeert; "Ende als hij dan henne veert, "Ende der somer aen gheyt, "Dien alle die werelt gherne ontfeyt, "Ende daer toe alle creatueren, "Eyn yeghelijck nae sijnre natueren, "Verhoghen sich ende vervrouwen.