United States or Heard Island and McDonald Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een dingh wil ick alleen hier in bedencken* brengen, En bidden, wat ick magh*, dat ghy het wilt gehengen*; Ick treed' in dit verbont, alleen om dese maeght, 835 Laet die voor my alleen indien het u behaeght.

Ghij beneempt ons huyden ons dagelicx broot, Wijff ende kynderen hebben 't groote noot: Ghij en vergeeft niemant syn schuld, Want ghy met haet ende nijt sijt vervult: Ghy en laet niemant ongetempteert, Alle dese landen ghij perturbeert.

Ghy hebt ons eens gebracht tot aen het duyster graf, Nu wast ghy wederom ons* drouve tranen af. Wilt ons van heden aen, wilt ons nu danckbaer maken, Op dat tot uwen dienst ons herte magh ontwaken, 1330 Op dat wy nu voortaen in daet en in de schijn,* V dienaers, lieve God, u kinders mogen zijn.

Spreeckt ront gelijck het dient van u verholen wesen, 205 Ghy sult door mijn behulp in korten zijn genesen; Ick weet wat aen de jeught by wijlen kan geschien, En schoon al ben ick jongh ick hebbe veel gesien.

Indien ghy zijt gepast* met wel-gemaeckte leden, Koomt, als het u bevalt, maer uyt u huys getreden, Daer woont de schoonheyt selfs, en dat in groot getal, Daer u naeu-keurigh* hert vernougen vinden sal. 640 Indien ghy zijt vermaeckt* met wel en net te spreken, En dat oock evenselfs en sal u niet ontbreken.

Doch daartoe bepaalt zich onze wetenschap in dezen. Waarschijnlijk zullen sommige geestelijke liederen, die ons slechts in latere redactie's bekend zijn, nog uit dezen tijd dagteekenen. Zoo b.v. het lied: Nu zijt wellecome, Heere Christ, Want ghy onser alder Heere bist enz.

Sterren de Comeet geduyrich na by was, tot hy in Aries uijtden Walvis quam: Hooger siet ghy syn Groote die hy had na den 30 December, oost en N. Oost den staert: Beneden siet ghy syn fatsoen van den 27 December, en daer by die van 't Iaer 1618. welcke wel soo fel en scherp stont, maer streckte sich op veele 100. mijlen na als dese dede, niet uyt.

Dies seyt hy: Dit ontwerp dat ghy hebt voort-gebracht, 595 Gaet verde*, soete maeght, en dient te zijn bedacht.

O Heere, seyt hy voorts, wie kan u wonder wercken, Wie kan, gelijck het dient, u hooge daden mercken! 1310 Ghy hebt ons langen tijt gespijst met tranen-broot, Ghy hebt ons af-geleyt* tot aen de bleecke doot.

V gunste, niet-te-min, die ghy my komt betoonen, Die wensch ick dat u God ten vollen wil beloonen; 930 Doch, wat my raken* magh, set elders uwen sin, Mijn hert is u ontseyt, daer woont een ander in.