United States or Palau ? Vote for the TOP Country of the Week !


De dauwge mist van mijn zonloozen slaap Zal onder het gestarnt als balsem vlieten, 's Nachts opgevouwen bloemen zullen zuigen Terwijl zij rusten onverwelkbre kleuren; Wijl mensch en dier in blijden droom zal zaamlen Kracht voor den dag die komt en al zijn vreugd.

Zoo was 'k als opgeslorpt, maar 't ging voorbij; En, als de dampen, wen de zon verzinkt, Zich weer in dropplen zaamlen op de pijnen, En sidderend als zij, verdichtte zich Mijn wezen in den diepen nacht; en wijl De stralen der gedachte langzaam weer Verzameld werden, kon 'k zijn stem nog hooren, Wier tonen talmden voor zij henenstierven Gelijk voetstappen van een zwak geluid.

De Zuiderluchtkreits hangt met waterdamp bezwaard, Die, opgeheveld door den gloed der zonnestralen, Zich zaamlen in een wolk, en weêr in nevels dalen, Wanneer de bron van licht en warmte naar het West Zich aflaat, en haar vlam in 't sissend water lescht.

Zij zien achter dat schemerig gebied, Als in een spiegel dat wat komen zal: O dat zij spreken om u troost te schenken! Zie zuster, waar zich zaamlen geestenscharen, Als wolkenkudden in der Lente klaren Hemel, verruklijk blauw! En zie! meer komen, Als bronnedampen 't dal uit opwaarts stoomen, Wen winden zwijgen, in verspreide lijnen. En hoor! is het de ruisching van de pijnen? Is 't van het meer?