Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 mei 2025


Midden op die bundels, woest heen en weer springend, hijgend, wroetend, stampend, schuddend, beukend met zijn beide vuisten, een heel jong kereltje, een knaap van misschien twaalf of dertien jaar.

Hij maakte onbewust een beweging van afkeer, telkens wanneer hij aan de mijn dacht. De nacht zonder sterren, zuchtte hij dan; de duisternis zonder licht. Hoe kan er tevredenheid wezen en opbeuring bij dien arbeid, waar de mensch als het dier, wroetend in den grond, als het dier zwoegt met gebogen hoofd. Die arbeid is immers zonder vrucht, dus zonder voldoening. De mijnwerker verwerkelijkt niets.

Hij had er groote, stille pret in, als in een onuitputtelijke bron van joligheid, die hij voortdurend in zichzelf droeg; en zijn handjes en gezicht waren nat en zwart als van een wroetend modderbeestje.

Zij daalden in het bed van blanke vlokken, zoekend en wroetend naar ondergesneeuwde maïskorrels, of er zich in rondwentelend, rollend als blauwgrijze ballen, dons in dons. Van toen aan was het plein niet langer verlaten en ongeschonden.

Hevig schokte en hikte haar lijf, en de vrije hand ging woelend en wroetend over de maagstreek in de plooien van het witte jak. Telkens boog haar hoofd met den zwarten haarbos, en toen hij voorbijging plaste als de gulp van een klaterenden pompstraal, klinkklaar als zuiver water, de inhoud van haar maag tegen de steenen.

Hier zat hij gewoonlijk in een lagen zetel, zijn breeden rug gebogen over het tafelberd, zijn ellebogen breed uitgezet en zijn kaalronde hoofd naar voren, wroetend in de vele papieren. Het was een groot man met bol gelaat, een klein neusje en een dikke grijze snor daaronder. Hij had een helderblauwen blik.

Loebas liep vooruit en baste naar groote kraaien. Ten leste kwamen ze in een dorp terecht, en hielden stil voor de afspanning "De Zwaen". Ze gingen binnen en dronken er korten drank. Beyaard, die met de slede aan de poort bleef staan, deed wat, en seffens vielen de tjilpende musschen, met hun bekken wroetend in de versche peerdevijgen.

Wat de groote schildpad betreft, de geur van de versche aarde had haar waarschijnlijk uit den naburigen vijver gelokt om zich een nest te zoeken, waar ze haar eieren zou kunnen leggen. Zoodra ze de warme, zachte aarde van het portulacabed ontdekte, was ze er al wroetend ingekropen, terwijl de losse aarde boven op haar viel en haar bedekte onder 't naar beneden gaan.

Woord Van De Dag

meisjesschaar

Anderen Op Zoek