Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wainämoinen, hierover beschaamd en verschrikt, gaat in een koperen schip zitten en zeilt voor eeuwig weg naar het uiterste einde der wereld, terwijl hij zijne onvergetelijke gezangen en zijne "Kantele" aan de Finnen achterlaat. Het slot van het gedicht zou ons reden geven om te veronderstellen, dat het tijdens de eerste invoering van het Christendom in Finland, in de 13de eeuw, ontstaan is.

De welluidende namen der bekende Russische meeren "Onega" en "Ladoga," ook die der "Newa," zijn van Finschen oorsprong. Hoe lieflijk klinken ook niet, de door mij reeds genoemde namen der zang- en luchtgoden "Wainämoinen" en "Ilmarinen." De Finsche taal heeft, als zij goed gesproken wordt, eene zekere deftige volheid.

De gehoorzame Finnen volgden de roepstem van hunnen God zoo spoedig mogelijk, en verschenen zelfs zoo bijtijds, dat Wainämoinen nog niet eens met zijne toebereidselen klaar was.

Toen zij wenscht het te laten doopen, verzet zich Wainämoinen, de Finsche God van het gezang daartegen, en beweert hij dat men, naar eene oude Finsche wet, den kleinen vreemdeling het hoofd splijten moet.

Finland is rijk aan mondelinge overleveringen, de Runen, in het finsch Runot, die vooral in Karelië voortleefden. Elias Lönnrot heeft ze vereenigd tot een nationaal epos, dat hij het Kalevala noemde. De held is Wäinämöinen, de god der zangers en tevens de personificatie der natuur.

Het bezingt hoofdzakelijk de avonturen en krijgstochten van Kalewa, van zijn zoon Wainämoinen en de heldendaden van andere Finsche halfgoden en helden. Vele interessante schilderingen der oude tijden en zeden zijn daarin bewaard. Ook worden daarbij den helden dergelijke taak opgelegd of dergelijk werk gegeven, als aan Herkules bij de Grieken.

Maar het kind, dat pas twee weken oud is, doet den mond open, spreekt met Wainämoinen, bewijst hem, dat hij eene valsche uitlegging aan de wet geeft, laat zich doopen en blijft met zijne moeder Mariatta in het land.

Finland is rijk aan mondelinge overleveringen, de Runen, in het finsch Runot, die vooral in Karelië voortleefden. Elias Lönnrot heeft ze vereenigd tot een nationaal epos, dat hij het Kalevala noemde. De held is Wäinämöinen, de god der zangers en tevens de personificatie der natuur.

Dat de Finnen zelven ook in hooge mate overtuigd zijn van de voortreffelijkheid hunner taal, bewijst de oude sage van het koken der talen, die zij te pas brengen, en waarin zij zich en hunne taal als lievelingen van Wainämoinen voorstellen.

Het is merkwaardig, hoe behalve het genoemde, ook nog verscheidene andere poëtische thema's en opvattingen in dit Finsche heldendicht voorkomen, die men ook in de gedichten der Grieken en andere volken aantreft. Zoo b.v. brengt Wainämoinen met zijn gezang de geheele natuur in verrukking, even als Orpheus zulks ook doet, en even als deze, verzamelt hij alle dieren des wouds om zich.