Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 mei 2025
Behalve de oorspronkelijke soort, worden twee variëteiten gekweekt; een zeer gedrongene, de M. moschatus compactus, en een met groote bladeren, de M. moschatus Harrisonii. De Muskusplant is winterhard; zij wordt echter steeds in potten gekweekt en wel in veen- of broeiaarde. De voortkweeking geschiedt zeer gemakkelijk door zaden, stekken of deeling der oude plant.
Door deze soort met grootbloemige Knolbegonia's te kruisen, heeft men in den laatsten tijd variëteiten gewonnen met betrekkelijk groote bloemen, die zeer aangenaam rieken en waarvan de bloemen evenals bij de Begonia Baumannii hoog boven de bladeren uitsteken. Niet alleen in het verkrijgen van goede soorten, maar ook in de cultuur is men veel vooruitgegaan.
De stekken wortelen op een koele, schaduwrijke plaats zeer gemakkelijk; zij worden in den loop van den zomer herhaaldelijk in voedzamen grond geplant, rijkelijk gegierd en voortdurend tamelijk zonnig gehouden. Een niet minder fraaie soort is de Myosotis azorica. Deze kweekt men met haar variëteiten uit zaad en pot ze op in 10-12 cM. wijde potten.
Er bestaan twee variëteiten van: een met wit- en een met geelbonte blaadjes. In haar vaderland groeit de Rozemarijn in een drogen bodem. Dit sierplantje moet in goede, zware aarde geplant; het kan des zomers buiten staan en ook buiten uitgeplant worden; des winters verlangt het een koel vertrek.
Inderdaad zijn de meeste Fuchsia's zóó hard, dat zij best wat vorst kunnen verdragen en dan ook, onder een droge bedekking, zeer goed buiten overwinteren. Het zou geen zin hebben hier enkele variëteiten der Fuchsia's aan te bevelen. Zij worden in iedere kweekerij in groote keuze gekweekt en men doet het beste die uit te zoeken, welke men zelf het fraaiste vindt. Habrothamnus elegans.
Deze soort, die in West-Indië en Centraal Amerika thuis behoort, wordt al naar den vorm en de grootte der vrucht, in talrijke variëteiten gekweekt. Ook een bontbladerige vorm van deze soort wordt als sierplant aangetroffen; deze is echter te gevoelig en ook te duur om haar als kamerplant aan te bevelen.
Onder de Nægelia's zijn de Nægelia zebrina en de Nægelia cinnabarina wel de schoonsten. Er zijn in den laatsten tijd ook veel schoone variëteiten van gewonnen. De Nægelia's zijn zeer geschikt voor wintercultuur. Wil men gedurende den winter bloeiende planten er van hebben, dan moeten de wortelstokjes tot Juli droog gehouden en dan eerst opgeplant worden.
De ontelbare, in de tuinen gekweekte, variëteiten stammen van verschillende soorten af; de meeste waarde heeft echter voor de cultuur in de kamer de Pelargonium zonale en haar variëteiten. Deze hebben alle een kogelvormig bloemscherm, dat uit enkele of gevulde bloemen bestaat, benevens fraaie groene bladeren, meestal met een donkeren band geteekend.
Jonge exemplaren, die nog geen stam gevormd hebben, mag men niet zoo koud en droog laten overwinteren, als de oudere. Er zijn verscheidene fraaie variëteiten van bekend. Om in de kamer en des zomers buiten voor het venster gekweekt te worden, is het meest aanbevelenswaardig de Erythrina crista-galli compacta; deze blijft steeds klein, doch bloeit zeer rijk met groote, roode bloemen. Fuchsia.
Deze stamboompjes bieden, met de afhangende twijgen, een fraaien aanblik, vooral in den bloeitijd, wanneer de laatste stengelgeledingen met bloemen of knoppen prijken. De uit stek gekweekte Epiphyllums zijn fraaie, zeer dankbaar bloeiende hangplanten. In de kweekerijen vindt men, tegenwoordig talrijke variëteiten, die verschillen door de kleur der bloemen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek