Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Op den glinsterenden weg zag men duidelijk de sporen van de wielen en van de hoeven der paarden. De troepen begonnen zich hoe langer hoe meer te weren. Aan alle kanten verhieven zich de blauwachtige rookwolkjes der losbarstingen en werden voortdurend talrijker. De dragonders met de wapperende vaantjes aan de lansen snelden vooruit.

Een krans hing er midden tusschen, rondom het opschrift: "Welkom." Van de beide palen woeien nationale vlaggen uit. Groote takken waren verder bij den ingang geplant, waar iemand van 't bestuur bij een tafeltje zat met centenbakjes, om toegangsbewijzen te verkoopen. Kleine vaantjes wimpelden er nog van beschilderde paaltjes.

Achter hen kwam een struische boer, in roode soutane, die de blauwe fluweelen vlag van Sinte Begga droeg. En dan een verblindende weelde van maagdekes, kleine kinderen allen in 't krakend wit, met vaantjes, en gouden horens van overvloed, gevuld met bloemen, korenaren en riekend kruid.

Li voelde zijn hart kloppen alsof het wilde bersten, toen hij de oogen naar den naderenden stoet wendde. Het juichen der langs de boulevards geschaarde menschenmenigte kwam nader en nader. Een detachement ulanen opende den stoet, hun lansen glinsterden in den zonneschijn, aan de punten fladderden groene vaantjes. Daarna volgde de Prinses in een open landauer.

Wanneer voor de legerplaats eene geschikte plaats was uitgekozen, werd door een metator het kamp met vaantjes uitgebakend en hierop togen de soldaten aan den arbeid, om eene gracht te graven, waarvan de aarde naar binnen werd opgeworpen tot een wal.

De zon stoof uit in de lucht, waar ontelbare lichtkorrels dooreenwemelden, en zij omdeed alles met eene verkwikkende warmte die traagzaam en doordringend was. Francine meende dat hare gedachten als klare vaantjes in de zon wapperden en dat hare smart heel klein uitvloeide onder het groote groote licht.

Deze ruiters zouden slechts eene verkenning doen en bespieden, welke macht de Belgen tegen hunne vijanden konden stellen. Alzoo de lanciers met hunne oranjekleurige vaantjes een eind vooruit kwamen gereden, begaven zij zich, tot hun ongeluk, onder het bereik onzer twee verborgene kanonnen.

De richting der takken was nauwkeurig NNO-ZZW; en deze natuurlijke vaantjes moeten de overheerschende richting der kracht van den passaat aanduiden. De tocht had op den kalen grond zoo weinig indruksels achtergelaten, dat wij hier ons spoor kwijtraakten en den weg naar Fuentes insloegen.

"Heer," antwoordde de voerman, "die kar is mijn eigendom, en er zijn twee geweldige leeuwen in, die de stadhouder van Oran aan zijne majesteit den koning ten geschenke zendt. Die vaantjes beduiden alleen, dat de inhoud der kar 's konings eigendom is." "Zijn de leeuwen groot en sterk?" vroeg Don Quichot. "Zeker, edele heer!" antwoordde de man.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek