Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juli 2025


Ieder werelddeel, behalve Europa, bezit zijne eigenaardige soorten; enkele soorten zijn echter over een ontzaglijk groot gebied verbreid en komen in alle drie werelddeelen als standvogels voor en bezoeken soms ook landen, waar men ze vroeger niet bemerkte.

De in 't noorden levende soorten zijn trekvogels, die van 't zuiden zwerfvogels, sommige volslagen standvogels. In het noorden verschenen zij vroeg in 't voorjaar en blijven er tot laat in den herfst, hoewel zij hun reis naar 't zuiden ver uitstrekken. Hunne bewegingen zijn sierlijk en lieftallig.

In de zuidelijke landen zijn de Rotsduiven standvogels, in het noorden worden zij door den winter tot trekken genoopt. Vóór hun vertrek vereenigen zij zich tot talrijke zwermen, die, naar het schijnt, gedurende hun verblijf in de winterkwartieren bijeenblijven.

Het aantal soorten neemt aanmerkelijk toe in de richting van den evenaar; het is echter ook in de gematigde gewesten groot en eerst in de koude luchtstreek eenigszins beperkt. Verreweg de meeste blijven als standvogels op één plaats of althans in een bepaald gebied, waarin zij echter gaarne rondzwerven.

Zelfs wanneer de Musch, de trouwste van onze standvogels, ontevreden over de strenge koude, hare veeren opzet en door haar treurig voorkomen mismoedigheid en droefgeestigheid te kennen geeft, is de Winterkoning nog steeds vroolijk en zingt zijn liedje, alsof het reeds lente was." Zijn voorkomen is zeer aantrekkelijk.

Alle soorten bewonen boschrijke of althans met struikgewas begroeide gewesten waar zij goed gedekt zijn: sommige hooge bergstreken, andere het laagland. Zij zijn standvogels; bij de keuze van een woonplaats gaan zij zeer zorgvuldig te werk en verlaten deze daarna niet meer.

Eenige tot haar behoorende soorten zijn zwerfvogels, andere standvogels, nog andere "streekvogels", die in sommige tijden in grooten getale door het land trekken, maar hunne reizen nooit ver uitstrekken, en zich altijd slechts binnen een zeer beperkt gebied bewegen.

Dat zij intusschen een klein Schaaldier, een vischje en andere zeedieren niet versmaadt, behoeft niet uitdrukkelijk gezegd te worden en evenmin, dat zij op Insecten jacht maakt in de nabijheid van het vee, dat aan de kust graast. De Scholeksters, die als standvogels beschouwd kunnen worden, beginnen omstreeks half April, die welke trekken, iets later haar nest te bouwen.

De Parelhoenderen zijn standvogels, hoewel niet in den strengsten zin van 't woord. Op plaatsen waar zij veelvuldig zijn, merkt men ze spoedig op. Zij hebben er slag van de aandacht te trekken, al ware het slechts door het op trompetgeschal gelijkend stemgeluid, dat zij in de morgen- en avonduren laten hooren.

Nog heeft men niet met zekerheid kunnen bepalen, in hoever ook die Kolibries, welke niet trekken, als standvogels beschouwd moeten worden.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek