Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
De eerste zekere sporen van organische wezens zijn in de cambrische lagen gevonden, hoofdzakelijk in Engeland en Zweden. Het zijn afdruksels van zeer laag staande zeeplanten en zeedieren, wieren, ringwormen, weekdieren, sponsen, polypen, zeeëgels.
Zoo zijn dan de insecten verschenen, waarschijnlijk afstammende van de ringwormen uit de azoïsche periode. Zij nemen eene snelle vlucht en zullen zich in de volgende periode krachtig ontwikkelen, tegelijk met de plantenwereld. Reeds beginnen de planten zich buiten het water te gewennen in moerassen en op lage eilanden.
Men heeft in de cambrische gesteenten ringwormen gevonden, die evenzeer gelijken op voortbrengselen van het plantenrijk als van het dierenrijk: het zijn niets anders dan gelede buizen, die in het water drijven. Ook vindt men in grooten getale graptolithen, eenvoudige polypen, bestaande uit getande en samengerolde buizen, monograpten, rastriten, phyllograpten.
Geboren uit de ongewervelde dieren, en ongetwijfeld voortgekomen uit de laagste dezer dieren, de ringwormen, wier anatomische bouw de meeste overeenkomst heeft met de lagere gewervelde dieren, vertoonen zij zich aan ons als de meest volmaakte ontwikkeling van het leven op onze planeet.
Bij de ringwormen ziet men een poging der natuur tot het verlaten van den geleden lichaamsbouw der insecten, crustaceeën en spinachtigen. Het lange, weeke lichaam, meestal eenvoudig in ringen verdeeld, geeft hun schijnbaar het onvolkomen voorkomen der wormen, waarmede zij verward zijn.
Bij het aanschouwen van die eerste afdruksels aarzelt men te beslissen, of het wieren of buizen van ringwormen zijn, ja zelfs of het misschien strepen zijn van zuiver levenlooze voorwerpen, door de golven voortbewogen langs den slibbigen bodem.
Er bestaan zelfs ringwormen, die men in zoovele deelen kan snijden als men verkiest, en waarbij dan ieder deel weer eenen kop en eenen staart zal krijgen en een dier zal worden, dat volkomen levensvatbaar is. Sommige ringwormen kunnen eene lengte van 1 1/2 meter tegen eene dikte van 3 centimeter bereiken, en bestaan uit honderden ringen.
Men vindt in zee dikwijls ringwormen, die zóó lang zijn, dat de staart als het ware niet meer in betrekking staat tot den kop, zoodat zij zich kunnen bijten, zonder het zelf te gevoelen.
De klasse der ringwormen komt noodzakelijkerwijze na de cirripedia, wijl een mantel ten eenen male ontbreekt. Wijders moeten ze per se voor de schaaldieren geplaatst worden, als behoorende niet tot de geleedpootigen wier keten niet onderbroken mag worden terwijl hun bouw een plaatsing na de insecten verbiedt.
Sinds ik de groep der annelida heb opgesteld geven verscheidene natuurvorschers aan die ringwormen den naam van vermes; en, in ongelegenheid met de dieren, waarvan hier sprake is, vereenigen zij deze dan maar met de polypen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek