Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 oktober 2025
Deze patronymikale geslachtsnamen met een achtervoegsel zijn dus, even als die van de voorgaande groep, eigenlik plaatsnamen en slechts middellik aan eenen mansvóórnaam ontleend, even als dezen. Talrijk zijn deze geslachtsnamen in de Nederlanden niet. In Duitschland komen zy meer voor; b. v. En nog veel meer in Engelland: Bolingbroke, Carlingford, Paddington, Elkingham.
Caluwaert, letterlik in het Hollandsch kalert, is geformd als grijsaard. Dat kruse, kroese oudtijds ook als een mansvóórnaam in gebruik moet geweest zijn, wordt bewezen door de patronymikale geslachtsnamen die daar van afgeleid, en op bl. 57 vermeld zijn. Niet aan het gemis van haar, maar wel aan het gemis van hoofddeksel, heeft de geslachtsnaam Bloothoofd zynen oorsprong te danken.
Maar sedert de zestiende eeu is dit gebruik toch langzamerhand by 't nederlandsche volk verminderd, en thans, met uitzondering van de friesche gouen, nergens meer algemeen in zwang. Hier hebben wy ons verder slechts bezig te houden, met die hedendaagsche nederlandsche geslachtsnamen, welke die nieuere patronymikale formen vertoonen.
De patronymikale geslachtsnamen, tot hier toe vermeld, vertoonen allen, in hunne uitgangen, volle formen, al zijn die formen onderling dan ook nog zoo verschillend. Maar by eenige hedendaagsche geslachtsnamen, oorspronkelike patronymika, zijn die volle formen versleten.
Velen van deze patronymikale man-namen zijn slechts herhalingen van de hier voor reeds genoemde eenvoudige namen; b. v. Biermans, Appelmans, Mosselmans, enz. Anderen zijn my slechts in hunnen patronymikalen form voorgekomen; als: Kerremans, d. i.
De behandeling dezer patronymikale geslachtsnamen op ing en ink uitgaande, mag niet gesloten worden, zonder dat hier nog kortelik gewezen worde op het oude frankisch-nederduitsche woord eng of enk, dat volgens Van Dale's Nieuw Woordenboek der nederlandsche taal beteekent: »eene omheinde of afgeslotene streek weiland."
Den Boer, Den Haan, Den Besten, Den Breems, enz. Kenmerkend voor Zeeland zijn de patronymikale geslachtsnamen die op se eindigen, en waaronder er velen zijn die van ouderwetsche en vreemde, in de overige Nederlanden weinig of geheel niet gebruikelike mansvóórnamen afgeleid zijn. Beide deze byzondere groepen van geslachtsnamen zijn in dit werk reeds behandeld in § 35.
B. v. de geslachtsnamen Grootnibbeling, Kleinstarink, Oudewesseling, Nyemanting, ook wel, en beter, Groot-Nibbeling, Klein-Starink, Oude-Wesseling, Nye-Manting geschreven. Deze geslachtsnamen zijn niet onmiddellik ontleend aan patronymika, die als toenamen van personen in gebruik waren, zoo als dit met alle andere tot hier toe vermelde patronymikale geslachtsnamen wel het geval is.
Aan het veehoeders- en veehoudersbedrijf danken de geslachtsnamen Herder, De Herder, De Harder, Den Herder hunnen oorsprong. Zoo ook Schaper dat is schaapherder; en Scheper met het patronymikale Schepers. Immers noemt men in onze saksische gewesten den schaapherder scheper. Het woord schaper of scheper is de nederlandsche weêrga van het hoogduitsche woord Schäfer.
Bronninge en Hoving komen van Bronno en Hove, Houe, Haue, namen die in Friesland nog in gebruik zijn, en waarvan ook de friesche patronymikale geslachtsnamen Bronninga, Hovinga en Hovenga ontleend zijn, met Bronnema, Bronkema, Bronsema, Brondsema, Brontsema en Brons, Hoving en Hofma.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek