Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
Ik dacht, dat alles zoude zyn ontdekt geworden: egter dagt ik best, aan de Negers te zeggen, dat zy zouden antwoorden: Killestein Nova, het welk de naam was van eene naby gelegene Plantagie, en men liet ons voor by vaaren. Kort daar na, kwam ik gezond en behouden te Fauconberg, alwaar ik JOANNA veel beter vond.
Na derhalven veel moeite en tyd verloren te hebben, na meer dan vyf honderd guinies betaald te hebben, had ik nog de onuitspreekelyke smarte, om hem, van wien ik vader en eigenaar tevens was, misschien aan eene eeuwige slavernye te zien bloot gesteld. JOANNA zelve had toen niets meer te vreezen, het geen my een groot genoegen deed.
Dezelve gaf my bericht, dat de schoone en deugdzaame JOANNA den 5den November was overleden, en dat men haaren dood aan vergif toeschreef.
Ik geraakte in myne hangmat buiten my zelven, en kwam niet weder tot kennis, dan met een zoort van mistroostigheid, die merkelyk aanwies, na het lezen van eenen brief, waarin men my berigtte, dat JOANNA en myn zoon te Paramaribo aan eene rotkoorts op sterven lagen. Eindelyk echter kwam de Sergeant FOWLER van de Plantagie Mocha, met één van myne kisten aan.
Toen liet men myne doodkist maken, om my den 17den te begraven, het geen JOANNA voorkwam, door tot het verkrygen van eenig uitstel op de kniën te vallen. Dadelyk zond zy iemand af naar haare moeije, ten einde haar goede azyn, en een fles zeer oude Champagne wyn te zenden.
Mevrouw GODEFROY gaf my vervolgens myn briefje van negen honderd guldens te rug, en deed aan JOANNA een geschenk van eene beurs van twintig goude ducaten, en twee fraaije stukken Indisch linnen.
Dezelve gaf my bericht, dat de schoone en deugdzaame JOANNA den 5den November was overleden, en dat men haaren dood aan vergif toeschreef.
De slaven van de Hoop en Fauconberg betoonden hunne achting voor JOANNA en haaren zoon, door aan haar gevogelte, wild, visch, eijeren en vruchten aan te bieden. De heer PALMER gaf ons eene groote meenigte Indisch koorn tot voedzel voor ons gevogelte.
Maar, helaas! eensklaps was myn geluk vervallen, en ik verviel in de diepste moedeloosheid. De heer PASSELAIGE, te Amsterdam, wien ik geschreven had, om van hem de vryheid myner gezellinne te koopen, kwam te sterven; en het geen myne smart ten top deed ryzen, was de tegenwoordige staat van JOANNA, die my beloofde, dat ik binnen eenige maanden vader zyn zoude.
Ik was verrukt van eenen zoo getrouwen dienaar in eigendom verkregen te hebben; en deeze gebeurtenis verdubbelde myn ongeduld, om het verlangd oogenblik te zien, dat ik myne geliefde JOANNA, en mynen zoon, van wier eigenaar ik nog geen antwoord ontfangen had, zoude kunnen vry koopen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek