United States or South Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar by de geslachtsnamen Groening, Huising, Uiling en Veering zou men wel geneigd zijn eerder aan de gemeen-zelfstandige naamwoorden groen, huis, uil, veêr te denken, dan aan mansvóórnamen. Toch schuilen ook in deze patronymika wel degelik oud-germaansche, dus ook oud-nederlandsche namen; namelik Grono of Gruno, Huso, Ulo en Faro, die men allen in Förstemann's Altdeutsches Namenbuch vinden kan.

Van Huso: Huizing, Huisinghe, Husink, Olden-Huizing, in Friesland Huisinga, Huisenga, Huizinga, Huizenga; verder: Husen, Huyssoon, Huissen, in verkleinform Huyskes, † Huisama en Huisma. Huisinge is een dorp in Groningerland, en Huysinghe een dorp in Zuid-Brabant. Van Ulo: Ulens, Uilsma, en in Oost-Friesland Uhlen.

Al deze patronymika zijn weêr van oud-germaansche mansvóórnamen ontleend. By de namen Olde-Bronninge, Ny-Hoving, Olden-Huising zoude men misschien wel aan eene oude bron of put, aan een nieu hof of een oud huis denken. Toch schuilen ook in deze namen echte mansvóórnamen. Huising van Huso is op bl. 29 en 30 reeds besproken.

Maar dat Serruis van dezen naam zoude ontleend zijn, betwyfel ik op grond dat juist de West-Vlamingen, by wie deze geslachtsnaam inheemsch is, de sch op 't einde der woorden wel degelik en duidelik uitspreken, even als de Friesen ook doen. Ware de geslachtsnaam Serruisch, dan zoude ik op deze afleiding niets hebben aan te merken. Over dezen naam Huso zie men bl. 29.