Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 mei 2025


Het kanonbeen behoudt echter voortdurend twee mergkanalen; de spleet, die de beide gewrichtsvlakten van het kanonbeen vaneenscheidt, welke voor de aanhechting der "ware" teenen bestemd zijn, zet zich bij de Kameelachtigen verder bovenwaarts voort dan bij de overige Herkauwers en is van onderen wijder. De bovenlip is gespleten en verder dan de neusgaten naar voren verlengd.

De Kameelachtigen zijn zeer groote Herkauwers met langen hals, langwerpigen kop, een in de flanken ingetrokken romp en een ruige, bijna wollige beharing. Het vaderland van deze dieren is Noord-Afrika, Centraal-Azië en Zuidwest-Amerika. De weinig talrijke soorten der Oude Wereld zijn bijna geheel, die der Nieuwe gedeeltelijk tot huisdieren geworden.

In den regel zijn alleen de mannelijke dieren in het bezit van geweien, terwijl de eigenlijke hoornen meestal zoowel bij de mannetjes als bij de wijfjes voorkomen. De vorm en de grootte der hoeven is bij de verschillende groepen zeer ongelijk. De Herkauwers bewonen alle werelddeelen met uitzondering van Australië. Een bepaalde verbreiding van de hoofdgroepen is duidelijk merkbaar.

Slechts van vier familiën die weinige soorten omvatten de Dwerg-muscusdieren, de Muscusdieren, de Gaffelbokken en de Giraffes werd tot dusver nog geen soort als huisdier gebruikt; van ieder der overige hebben de menschen het eene of andere lid tot hun dienaar en slaaf gemaakt. De meeste in vrijheid levende Herkauwers worden hoog geschat als voor de jacht geschikt wild.

Evenmin als van de oorsprong van andere Herkauwers, die door den mensch onderworpen en volslagen huisdieren geworden zijn, kan men iets bepaalds zeggen van de afstamming van ons Huisschaap. De meeningen van de natuuronderzoekers over dit vraagpunt loopen zeer ver uiteen.

Alle hiertoe behoorende soorten zijn in vergelijking met de andere Herkauwers slechts middelmatig groot; hun lichaamsbouw is krachtig, ten deele zelfs plomp; zij hebben een korten hals en meestal ook een ineengedrongen kop, korte, stevige pooten met betrekkelijk stompe hoeven en een ronden of breeden, van onderen naakten staart; hun ooren zijn kort of althans niet meer dan middelmatig lang, hunne oogen tamelijk groot met een dwars geplaatste, langwerpig vierhoekige pupil; de hoornen zijn min of meer samengedrukt en hoekig, achter- en zijwaarts gericht, niet zelden schroefsgewijs gedraaid, zeldzamer liervormig, dikwijls met dikke opzwellingen voorzien; zij komen zoowel bij de mannetjes als bij de wijfjes voor; bij deze zijn zij echter aanmerkelijk kleiner dan bij gene.

Van de in 't wild levende zoowel als van de tamme worden vleesch en vel, hoornen en haar voor de meest verschillende doeleinden gebruikt; de Herkauwers leveren, zooals iedereen weet, het grootste deel van onze kleeding.

Wij kunnen alleen de belangrijkste leden van deze vormenrijkste onderfamilie van de Herkauwers behandelen. Tot deze groep behooren verscheidene ondergeslachten, waarvan wij er drie zullen beschrijven, n.l. de Hertgeit-antilopen, de Gazellen en de Spring-antilopen.

"De Pekari," zegt A. von Humboldt, "die in huis is groot gebracht, wordt zoo tam als ons Zwijn of onze Ree; zijn zachtaardige inborst herinnert ons aan de overeenkomst in lichaamsbouw tusschen de Zwijnen en de Herkauwers, die door de ontleding dezer dieren gebleken is." Naar Europa worden de Pekaris vrij dikwijls, de Bisamzwijnen minder vaak levend overgebracht.

Hij is kieschkeuriger bij het drinken dan bij het grazen, daar hij zich altijd naar bepaalde bronnen begeeft en aan deze klaarblijkelijk de voorkeur geeft boven andere. Zouthoudende gronden worden ter wille van de door alle Herkauwers zeer gewenschte lekkernij dikwijls bezocht.

Woord Van De Dag

wanordelijkheden

Anderen Op Zoek