Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juli 2025
Over 't algemeen zijn de Schapen slank gebouwde dieren met een schralen romp, dunne hooge pooten en korten staart; hun kop is van voren sterk versmald; de oogen en ooren zijn matig groot: het haarkleed is ruig en wollig en bestaat uit tweeërlei soort van haren. Alle in 't wild levende Schapen bewonen de gebergten van 't noordelijk halfrond.
De algemeene kenmerken van de Hazen zijn: een in de lengte gerekt lichaam met lange achterpooten, een lange, smalle kop met groote ooren en oogen, vijf teenen aan de voorpooten, vier aan de achtervoeten, dikke, zeer beweeglijke, diep gespleten lippen met dikke snorharen aan weerszijden en een dicht, bijna wollig haarkleed.
Het haarkleed bestaat uit stijf en en glanzig bovenhaar; over 't algemeen is het geelachtig grijs van kleur; de teekening wordt gevormd door onregelmatige, maar over de geheele bovenzijde verdeelde vlekken, welker kleur van bruinachtig tot zwart afwisselt. De Zeehond is verbreid over alle noordelijke deelen van den Atlantischen Oceaan en de geheele IJszee.
De achterpooten zijn wel zesmaal zoo lang als de voorpooten, omdat zoowel het onderbeen als de middelvoet buitengewoon sterk verlengd zijn. Het haarkleed bestaat uit zachte, zijdeachtige haren; ieder haar van den rug is van onderen blauwachtig grijs, hoogerop zandkleurig, aan de spits echter zwart of donkerbruin; aan de onderdeelen is de vacht altijd wit, met overlangsche strepen aan de zijden.
Het haarkleed bestaat uit verspreide, tamelijk korte borstels, die langs de ruggegraat, tusschen de talrijke rimpels van de huid en aan de spits van den staart, waar zij een kleinen kwast vormen, dichter bijeengeplaatst zijn dan op de overige lichaamsdeelen. De huid is dik, hard, ruw, sterk gerimpeld en vertoont diepe plooien aan het aangezicht, om de ooren en aan den hals.
De grootte, de vorm van den kop, de gedrongenheid of slankheid van den lichaamsbouw, de lengte van den staart, de eigenaardigheden van het haarkleed, zooals lengte en dichtheid van de beharing, de vorm en de verdeeling der vlekken, de grondkleur enz. wisselen bij deze soort binnen wijde grenzen af. Ook albino's komen voor.
Het sneeuwwitte haarkleed van de jonge Zadelrobben, wordt na verloop van verscheidene jaren, door de wijzigingen, die bij iedere haarwisseling optreden, aan dat van de ouders gelijk. Het verbreidingsgebied van den Zadelrob is beperkt tot de hoogste breedtegraden van het noorden, maar strekt zich misschien door de Beringstraat tot in het noordelijkste gedeelte van den Stillen Oceaan uit.
Deze slank gebouwde Marterachtige dieren zijn gekenmerkt door den tamelijk dikken, van achteren verbreden kop, die bij het begin van den snuit slechts weinig ingedeukt is, de korte, afgeronde ooren en de betrekkelijk groote oogen; de romp rust op korte pooten, welker matig groote voeten vijf door spanvliezen vereenigde teenen dragen en naakte, eeltachtige zolen hebben; de staart is middelmatig of tamelijk lang; het haarkleed kort; het gebit vertoont belangrijke afwijkingen van dat der overige Marters.
Het veulen heeft bij de geboorte de oogen geopend en is behaard; weinige minuten later kan het staan en gaan. Men laat het ongeveer 5 maanden lang zuigen, ronddartelen en spelen en speent het dan. In het eerste jaar draagt het een wollig haarkleed, korte, overeindstaande gekroesde manen en een dergelijken staart, in het tweede levensjaar worden de haren glanziger, de manen en de staartharen langer en sluiker. Later kan men de leeftijd vrij nauwkeurig bepalen door acht te geven op de snijtanden. Bij de geboorte zijn de spitsen van drie kiezen in elke kaakhelft zichtbaar, soms ook de middelste snijtanden (grasbijters) van onder- en bovenkaak, die in allen gevalle binnen de twee eerste weken na de geboorte zich vertoonen. De volgende snijtanden (middeltanden) komen op den leeftijd van 2
Hij is aanmerkelijk kleiner dan onze Vos, ongeveer 95 cM. lang, waarvan ruim een derde op den staart komt. In den zomer komt zijn beharing in kleur met die van den grond of van de rotsen overeen; in den winter is zij meestal sneeuwkleurig. Er zijn echter ook IJsvossen, die in den winter een bruinachtig leikleurig, bruinachtig blauw of bruin haarkleed krijgen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek