Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juni 2025


Slechts over weinige soorten wordt een gunstiger oordeel geveld; deze worden, hoofdzakelijk wegens hun zachtaardigheid, dikwijls getemd. Hij is 32 cM. lang met den 15 cM. langen staart. Zijn hoofdkleur is fraai donker grasgroen, als naar gewoonte op den rug donkerder, aan de buikzijde meer geelachtig.

Is de ziekte ernstig, dan doet soms de heele buurt mede, tal van buurvrouwen gaan zich ook nieuwe japonnen beloven. Houdt gij van een grasgroen wandelcostuum met gele linten, dan moet ge de gelofte doen aan St. Anna. Wie verzot is op een witte japon, met zwarte omslagen wende zich tot de Madonna del Carmine; voor een zwarte japon kieze men zich de Madonna Addolorata als beschermheilige.

De vleugelbocht is blauw, elke veer met een witachtigen eindzoom; de vleugels zijn donker grasgroen, in de schouderstreek bruinachtig geelgroen uitvloeiend, de onderschenkelveeren korenbloemblauw. Deze fraaie Vogel bewoont uitsluitend Ceram en Amboina en komt hier zoowel in het stille woud als in de buurt van menschelijke woningen veelvuldig voor.

Totale lengte 27, staartlengte 12 cM. Het vederenkleed is grasgroen, in de mantelstreek bleek olijfbruinachtig grijs uitvloeiend; het voorhoofd, het voorste deel van den bovenkop, de teugel, de wang, de hals en de borst zijn lichtgrijs, de kop bruinachtig met dwarse golflijnen, de onderborst en de buik effen lichtgrijs, de onderbuik, de schenkels, de aarsstreek en de onderdekveeren van den staart geelachtig groen, de vleugels van boven indigoblauw in verschillende tinten, van onderen donker marineblauw, de staart van onderen groenachtig marineblauw.

De hoofdkleur is olijfkleurig grasgroen; met uitzondering van den kop, den hals en den staartwortel zijn alle onderdeelen met dwarslijnen, de bovendeelen met dwarsvlekken geteekend. De veeren van den mantel, van de schouders en van den achterrug benevens de vleugeldekveeren zijn zwart met twee of drie smalle, gele dwarslijnen en een breeden, groenen rand.

Hare bovendeelen zijn licht grasgroen, de bovenkop, de nek en de slagpennen roodbruin, de bovenrug en de staartwortel turkooisblauw; de onderdeelen berylgroen, met uitzondering van de blauwe aarsstreek; de hooggele keel is van de borst door een donkerzwarten band gescheiden, de fluweelachtig zwarte teugel van onderen met een hemelsblauwe zoom omgeven. Totale lengte ongeveer 20, staartlengte 8 cM.

De kop, de hals, de onderdeelen en de slagpennen zijn zwartachtig groen; de veeren van de onderzijde met korenbloemblauwen zoom; de langste veeren van den halskraag zijn, evenals die van den rug en den staartwortel en de vleugeldekveeren, grasgroen en vertoonen metaalglans; de kortere veeren van den halskraag hebben een goudkleurigen glans; de staartveeren zijn zuiver wit.

Hij is een van de grootste leden zijner familie, daar hij in dit opzicht een Grasmusch evenaart. Het volkomen kleed van het mannetje is fraai grasgroen met metaalglanzigen weerschijn en heeft aan weerszijden van de borst een bundeltje van citroengele veeren.

Van onderen is het van donkerrooden baksteen, waarvan de witte voegen helder uitkomen. De lijsten en posten van deuren en ramen zijn wit beschilderd; de naar buiten openslaande luiken zijn helder groen, met witte en roode randen om de paneelen, even als de deur zelve. Groen is ook de houten bovenverdieping, grasgroen; en ook hier ontbreken langs de smalle vensters de roode en witte biezen niet.

Als de meest bekende vertegenwoordiger van de onderfamilie der Groene Spechten (Picinae) kan men den Groenen Specht (Picus viridis) beschouwen; daar hij, zoowel in ons land als in ons werelddeel, menigvuldiger is dan zijn eenige inheemsche stamgenoot de Kleine Groene Specht (Picus canus). Bij den eerstgenoemden zijn de bovenzijde van den kop, de nek en een breede, door een smalle, zwarte lijn omzoomde vlek aan den mondhoek karmijnrood, de bovendeelen van den romp olijfkleurig grasgroen, de vleugels meer bruinachtig getint, de staartwortel en de bovendekveeren van den staart glanzig olijfgeel, de oorstreek, de kin en de keel wit met vuil groenachtig waas; de zijden van den hals en de onderdeelen zijn geelgroenachtig wit: de zijden van de schenkels en de onderdekveeren van den staart met donkere dwarsbanden versierd; de handpennen zijn op de buitenvlag met 6

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek