Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juli 2025
Verge d'uissier jamais ne me deboute, Car jusques la ne m'esprent convoitise, Ambicion, ne lescherie gloute. Labour me paist en joieuse franchise; Moult j'ame Helayne et elle moy sans faille, Et c'est assez. De tombel n'avons cure." Lors je dy: "Las! serf de court ne vault maille, Mais Franc Gontier vault en or jame pure."
Zijn geestverwanten gebruiken den nieuw opgefrischten Latijnschen briefvorm ertoe: zoo Nicolaas de Clemanges, zoo zijn correspondent Jean de Montreuil. Tot dien kring behoorde de Milanees Ambrosius de Miliis, secretaris van den hertog van Orleans, die aan Gontier Col een litterairen brief schreef, waarin een hoveling zijn vriend waarschuwt voor de intrede in den hofdienst.
Hij en zijn vrienden Gontier en Pierre Col staan in briefwisseling met den ernstigen reformgezinden theoloog Nicolaas de Clemanges. Het was Jean de Montreuil zeker ernst met zijn litterair standpunt.
Omstreeks 1400 is het de kring van vroegste Fransche humanisten, tendeele samenvallend met de reformpartij der groote conciliën, die op het thema der misprijzing van het hofleven voortwerkt. Pierre d'Ailly zelf, de groote theoloog en kerkpoliticus, dicht een pendant bij Franc Gontier, het beeld van den tiran in zijn slavenleven vol van vreezen.
En ook uit de ruwheid, de baatzucht en de maatschappelijke zonden van het liefdeleven der werkelijkheid. Een gemakkelijk bevredigde, eenvoudige liefde, temidden van onschuldig natuurgenot. Dat scheen het deel van Robin en Marion, van Gontier en Helayne. Zij waren de gelukkigen, de benijdbaren; de veelgesmade dorper wordt op zijn beurt het ideaal.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek