Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


Maar na de apostolische wijding, vangt de terugtocht aan en zij komen in Keulen weêr en er hun weêrloos vleesch gewillig bieden aan de wilde Hunnen, om zoo in te gaan in het Godsrijk, onder de huif der onsterfelijke legende.

Hij verliest den strijd tegen den Galileër, maar zijn roeping heeft hij vervuld; het rijk, d.w.z. het Godsrijk van het Christendom heeft hij bevestigd. Hij is een vat tot oneer geweest, door den pottenbakker daartoe bestemd. Daarom zegt de mysticus Maximus in de slotscene tot Basileus van Caesaraea: "Jullie God is een verkwistende God; hij verbruikt vele zielen."

Ook de kleeding, waarmede we ons kleeden, heeft voor het Godsrijk beteekenis: en dat die beteekenis zoo spaarzaam beseft wordt, is, omdat de ijdele mensch zoo weinig met God in zijn kleeding rekent. In de wereld der Heilige Schriftuur is dat heel anders.

Het gebouw der speelbank gesloten en weldra in een venduhuis herschapen; op het affiche van onzen schouwburg de woorden: =Relâche pour cause de suppression=, wij zagen in die verschijnselen de voorboden van het naderend godsrijk; en waren sommigen onzer niet van eene twijfelachtige regtzinnigheid geweest, wij zouden het hemelsch Jeruzalem hebben wanen te zien nederdalen binnen de muren onzer stad.

Bij dit begrip heeft men dan het oog gehad op een volk, dat eindelijk de anderen zal overheerschen, dan op eene godsdienst, die eindelijk het gansche menschdom onder hare banier zal brengen, dan op de menschheid, die eindelijk het godsrijk zal binnentreden . Laat ons thans zien in hoeverre die begrippen waarheid bevatten.

De Christenen van hunne zijde vestigen hun hoop op Juliaan en verlangen, dat hij hun Godsrijk ter overwinning zal voeren. Juliaan wordt door twijfel heen en weer geslingerd. Maar in de ure des gevaars, als zijn leven afhangt van een snel besluit, is hij gedwongen den teerling te werpen.

"ordenen"; zooals van "baak bake, baken" komt "bakenen". IVe Zang, vs. 458, bl. 65, rl. 15 v. b. En sticht het Godlijk rijk, vol waarheid, deugd, en plicht. D. C. valt hier zijn grooten meester hard, omdat hij in het Godsrijk nog spreekt van "deugd" en vooral van "plicht". Valt tegen dit oordeel niet iets in te brengen?

Blijft in dat Rijk niet het recht van God bestaan op de aanbidding zijner schepselen? en blijft het niet hun deugd, lost zij zich daarin niet op, hieraan met vreugde te voldoen en dus een "plicht" te vervullen, die aan het goddelijk recht beantwoordt? Maar in het Godsrijk is die plichtsvervulling volmaakt, omdat zij alleen uit liefde en uit niets anders voortvloeit, en daarom volstrekt vrij is.

Thans wordt vanwege de kerkelijke overheid in Baden een algemeene Zendingsdag uitgeschreven. Zóó gaat 't goed! Zoo komen we op den rechten weg! Niemand minder dan de Heiland zelf zegt: »En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de geheele wereld gepredikt worden." Nòg staat Hij alleen. Maar Hij spreekt toch als Koning van 't Godsrijk. Zooals Hij zeide is 't geschied, en moet 't verder geschieden.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek