Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Het vleesch is wonder sterck, en 't is een deftigh* man, Die hier het velt behout en meester blijven kan. 660 Ick gae dan wederom, ô schoone Pretiose, Mijn hert vermagh het niet dat ick een ander kose; Ick ben in dat gepeys te verre wech geleyt, Ick hael het weder in* al wat ick heb geseyt.
Maer als ick recht doorsagh syn geest en frissche leden, 1205 Doen vond' ick mijn gepeys te strijden met de reden; En daer op nam ick voor het meysjen op te voen, Op hope dattet ons eens voordeel mochte doen.
Sy dan, mits* dit geklagh, gevoelt haer gansch bewogen, Gevoelt haer innigh hert als uyt het lijf getogen; Daer is, 'k en weet niet wat, dat haer de sinnen roert, 1155 En dat haer angstigh hert geweldigh omme-voert. Men siet in dit gepeys men siet haer oogen vlieten, Soo dat haer in den schoot de druppels henen schieten.
Haer geest die wort beroert, haer sinnen om-getogen*, 885 De loop van haer gepeys is buyten haer vermogen, Sy voelt 'k en weet niet wat ontrent haer grilligh hert, Sy voelt hoe dit gewoel* allencxen grooter wert. Wat sal de juffer doen?
Maer juyst in dit gepeys doen sagh hy Pretiose, 705 En* scheen in haer gelaet gelijck de versche rose, Oock* schoonder alsse plagh.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek