United States or South Sudan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Eene zaak is 'er, die den Colonel onëindig veel eere aandeed, namelyk dat, hoe zeer hy zyne soldaten op geenerhande wyze spaarde, hy nimmer eenen gevangen muiteling in koelen bloede deed ombrengen; ja zelfs, wanneer het hem mogelyk was, ontweek hy om denzelven in handen van den Rechter over te leveren.

Eene zaak is 'er, die den Colonel onëindig veel eere aandeed, namelyk dat, hoe zeer hy zyne soldaten op geenerhande wyze spaarde, hy nimmer eenen gevangen muiteling in koelen bloede deed ombrengen; ja zelfs, wanneer het hem mogelyk was, ontweek hy om denzelven in handen van den Rechter over te leveren.

Ik vermeene echter, dat men een weinig meer verpligt was aan Officiers, die zig geenerhande ververschingen bezorgen konden op eene legerplaats, door de vervaarlykste en ondoordringbaarste bosschen omringd, in het midden van welke zy zig van alle wooningen verwyderd zaagen, en op eenen afstand, van waar men het schieten van 't geschut niet hooren konde.

Zy zyn tot geenerhande zoort van arbeid geschikt; en hunne verstandelyke vermogens beantwoorden doorgaans, zoo men my gezegd heeft, aan de zwakheid van hun lichaam. De uiterlyke gedaante der Africaansche Negers is, van het hoofd tot de voeten, verschillende van die der Europeanen, schoon naar myne gedachten, en alle vooröordeel ter zyde gesteld, van geene mindere hoedanigheid.

Ik vermeene echter, dat men een weinig meer verpligt was aan Officiers, die zig geenerhande ververschingen bezorgen konden op eene legerplaats, door de vervaarlykste en ondoordringbaarste bosschen omringd, in het midden van welke zy zig van alle wooningen verwyderd zaagen, en op eenen afstand, van waar men het schieten van 't geschut niet hooren konde.

Zy zyn tot geenerhande zoort van arbeid geschikt; en hunne verstandelyke vermogens beantwoorden doorgaans, zoo men my gezegd heeft, aan de zwakheid van hun lichaam. De uiterlyke gedaante der Africaansche Negers is, van het hoofd tot de voeten, verschillende van die der Europeanen, schoon naar myne gedachten, en alle vooröordeel ter zyde gesteld, van geene mindere hoedanigheid.

Wat my betreft, aan de vorming van een stof zoo veel specifiek zwaarder dan de vloeistof waarin zy gevormd wierd, als de steenen ten aanzien der lucht zijn, en die dan, niet in de vorming zelve nederzeeg om zich op den grond te volmaken, maar, geheel en volkomen gevormd, in eens, als hard lichaam neêrplofte, kon ik geenerhande waarschijnlijkheid hechten.