United States or India ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het geslacht olifant schijnt zich aldus ontwikkeld te hebben: Dinotherium Mioceen. Mastodon Mioceen. Elephas meridionalis Plioceen. Elephas antiquus Quaternair. Tegenwoordige olifanten. In het begin der quaternaire periode is de elephas meridionalis verdwenen, om plaats te maken voor zijnen opvolger, den elephas antiquus.

Daardoor klom het bestaan van den mensch plotseling de ladder eener lange reeks van eeuwen op; hij leefde reeds vroeger dan de mastodont; hij was een tijdgenoot van die voorwereldlijke olifanten, welke men "elephas meridionalis" noemt; hij was reeds voor honderd duizend jaren een bewoner dezer aarde; immers op dien ouderdom begrooten de meest vermaarde geleerden de pliocenische formatie.

Elephas primigenius is dus de Olifant van de noordelijke gewesten, die zijn hoofdzetel had in Siberië en Noord-Europa; in Midden-Europa ontmoette hij den zuidelijken vorm Elephas meridionalis en ook den Elephas antiquus, die zeer veel overeenkomst had met den Afrikaanschen Olifant.

Het valt niet te ontkennen, dat de afkoeling aan de polen, die zich reeds had doen gevoelen in het midden der tertiaire periode, niet geheel vreemd is geweest aan de hierboven beschreven verschijnselen; toch zoude deze op zichzelf daartoe niet voldoende geweest zijn, en de studie der quaternaire formatie in de gematigde luchtstreken, op die plaatsen die niet aan den onmiddellijken invloed der gletschers onderworpen waren, bewijst, dat de overgang van den elephas meridionalis tot den elephas antiquus, en van dezen tot den elephas primigenius, geleidelijk geschied is, zonder dat er in dien tusschentijd een plotselinge inval van koude had plaats gegrepen.

De groote snuitdieren hebben de overhand, vooral de elephas meridionalis, die zelfs tot in Engeland gevonden wordt; op het einde der pliocene periode verdwijnen de mastodonten uit Europa, om in Amerika nog een tijdlang hun leven voort te zetten.

Kudden van die dieren wandelden rustig in de onmetelijke wouden, waar thans Parijs schittert. De elephas antiquus kenmerkt de eerste periode van het quaternaire tijdvak, de elephas primigenius de tweede, koudere periode, de rhinoceros tichorinus de derde, en het rendier de vierde periode. Dit geldt ten minste voor Europa. In Amerika is dit echter eenigszins anders.

Elephas meridionalis en Elephas antiquus misschien de grootste landbouwers onder de Zoogdieren, die ooit bestaan hebben lieten hoofdzakelijk in Zuid-Europa sporen van hun aanwezigheid achter; hun verbreidingsgebied reikte tot in Engeland; reeds in Noord-Duitschland echter waren zij zeer zeldzaam.

En nog vóór dien tijd vindt men den mensch, om de heerschappij kampend tegen zijnen ontzagwekkenden vijand den holenbeer, waarvan eveneens teekeningen op steen bewaard zijn gebleven; en nog verder terug zelfs, in de onmetelijke duisternis der eeuwen, leeren ons andere overblijfselen, die van den elephas antiquus en den elephas meridionalis, dat onze voorouders geboren waren in eene periode, waarvan men vroeger meende, dat zij door eene reeks van plotselinge omwentelingen van de onze gescheiden was.