Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juli 2025


De romp is ineengedrongen, de kop groot, de staart zeer kort, ruig, van boven en aan de zijden gelijkmatig behaard; de wangzakken zijn onbeduidend. Volwassen Prairie-honden kunnen, met inbegrip van den ongeveer 7 cM. langen staart, een lengte van ongeveer 40 cM. bereiken.

De lengte van het dier bedraagt ongeveer 40 cM., met inbegrip van den iets meer dan 1 dM. langen staart. Deze ondersoort behoort op het geheele vasteland van Australië thuis en wordt ook op het Kangoeroe-eiland aan de zuidkust van Australië aangetroffen. Alleen bij Port-Moresby in het zuidoosten van Nieuw-Guinea heeft men deze ondersoort gevonden.

De manen in den nek reikten bijna tot op de knieën; ook op den kop groeiden zachte haren van één Meter lengte. Boven het dichte wolhaar, dat den geheelen romp bedekte, verhieven zich borstels van 25 cM. lengte. De overblijfselen van dit dier werden voor een som van 8000 roebels aan het museum te Petersburg verkocht, waar het skelet met de daaraan nog aanwezige pezen is opgesteld.

Allen droegen een grooten ronden platten hoed, gemaakt uit palmbladeren en rottan, waarop verwonderlijke motieven waren gestikt. Het wapen van den Dajak is de mandau, een zwaard van 40 cM. lengte met flauw gebogen lemmet. Licht en vlijmscherp als het is, weet de hand van den Dajak er een bijzonder indringingsvermogen aan te geven.

Vele kleursverscheidenheden heeft men opgemerkt: enkele mannetjes zien er uit, alsof zij met bloed bedekt zijn, terwijl andere een grijze woestijnkleur vertoonen. De roode kleur blijft niet tot de veeren beperkt, maar is ook in de opperhuid zelf aanwezig, zoodat een geplukte Woestijnvink er als een echte roodhuid uitziet. Zijn lengte bedraagt 13 cM.

Onder de zode graaft zij lange gangen, die naar een op geringe diepte gelegen, groot, rond nest van 30 cM. middellijn leiden, dat met eenige zeer ruime voorraadkamers in gemeenschap staat. Het nest, waarin de Muis slaapt en hare jongen groot brengt, is met verscheidene plantaardige stoffen zacht bekleed; de voorraadkamers echter vult zij met allerlei wortels aan.

Tot dit geslacht behooren één Europeesche en drie Noord- en Middel-Aziatische soorten. Het zeer groote oog is bruin, de snavel, zoowel als de voet, hoornkleurig grijs. Totale lengte 32, staartlengte 9, snavellengte 7,5 cM.

Tegen het begin van den winter verlaten sommige het noorden en begeven zich naar zuidelijker gewesten of zoeken haar toevlucht op de zuidelijke berghellingen. Haar voortplanting heeft vroeg in 't jaar plaats; zij bouwen tamelijk kunstige nesten en leggen 3 á 6 groenachtige eieren. Het oog is lichtbruin, de snavel bruin, de voet roodachtig. De lengte bedraagt 15, de staartlengte 6 cM.

Zij is een weinig grooter dan onze Veldmuis, haar lengte bedraagt 18 cM., waarvan 5 cM. op den staart komen; van boven is zij licht geelachtig bruin, van onderen grijs. Van de Veldmuis onderscheidt zij zich door den korteren kop, de kleinere oogen en de korte, bijna geheel onder de vacht verborgen ooren.

Is de grond b. v. op een halven Meter diepte niet vast en daarbij zuiver, d. w. z. zitten er niet te veel steenen in, want die vindt men in elken grond in en bij bewoonde plaatsen, dan kan het voldoende geacht worden wanneer die tot op 50 cM. diepte (maar ook niet minder) goed omgewerkt wordt; is hij daar echter te vast of onzuiver, dan moet hij dieper, b. v. tot op 70

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek