Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 mei 2025
De dekveeren zijn van boven naar onderen over de onderste gedeelten der slagpennen en stuurpennen gelegen en worden daarnaar onderscheiden in boven- en onderdekvederen van den vleugel en van den staart. De bovenzijde van den hals heet nek, de zijden blijven den naam van hals behouden, de voorzijde heet keel of voorhals.
De vacht is bij het mannetje aan de bovenzijde vaalgrijs, soms zwartachtig, bij 't wijfje heeft zij een meer geelachtige tint; het aangezicht is roodachtig geel, het oor aan de rugzijde roestkleurig grijs.
Zoo schreef A. von Humboldt; na het bezoek, dat deze groote natuuronderzoeker aan de eilanden bracht, zijn vele jaren voorbij gegaan, voordat wij vernamen, welken vogel hij bedoelde. De vederen van de bovenzijde zijn grauwzwart, die van de onderzijde lichtgrijs; de keel is witachtig grijs, de kruin bij het oude mannetje donkerzwart, bij het wijfje en het jonge mannetje roodbruin van kleur.
Bij de jonge dieren vertoont alleen de rug de grondkleur van de oude; de bovenzijde van den kop is bij hen dicht bezet met witte, kringvormige vlekken; langs iedere zijde van den romp loopen vier onafgebroken reeksen van punten van lichtere kleur, die zich ook over de ledematen uitstrekken.
De algemeene kleur is vuil aschgrauw op de buiten- en bovenzijde, en roestrood aan de binnenzijde der pooten; over het midden van den rug loopt een blauwachtig gele streep, gevormd door de spitsen der borstelige haren. De ooren zijn zwartachtig. Naar het schijnt, is het Hertzwijn reeds aan de ouden bekend geweest.
De fraaie, elegante bladeren van deze soort zijn aan de bovenzijde glanzend groen en aan de onderzijde zilverwit. Zij verkiest een kleiachtige aarde, voorzichtige begieting en een eenigszins koele standplaats, daar zij anders spoedig wortelziek wordt.
Het zachte, glad aanliggende haar is aan de bovenzijde isabelkleurig, van onderen wit. Veertien smalle, zwarte strepen ontspringen aan de neusgaten, zeven daarvan zijn buitenwaarts gericht en vereenigen zich met een gelijk aantal van boven komende; de overige gaan scheef over de wangen heen en zijn verbonden met strepen, die de onderkaak versieren.
De bovenzijde is op bruinzwarten grond geteekend met een breede, roestgele streep, die over het midden van den kop loopt en vier lange, roestgele strepen, die zich over den rug en de schouders uitstrekken, bovendien met roestkleurige vlekken en dwarsbanden op alle veeren; de onderzijde is wit, de voorhals grijs en, evenals de bovenborst en de zijden, bruin gevlekt.
De grondkleur van zijn kleed is donker metaalachtig groen; de kop en de hals zijn zwart, op de wangen met een donkerbruinachtig violet waas; het onderste deel van de borst en de buik zijn licht groenachtig geel; een dwarsband op het midden van den buik en ook de staartwortel tot aan den rug zijn rood; de staart is aan de bovenzijde zwartgroen, aan de onderzijde grijsgroen.
Totale lengte 27, staartlengte 7 cM. In den winter is de bovenzijde donkergrijs met zwarte schaftvlekken, de onderzijde sterker gevlekt dan 's zomers. Deze Vogel broedt bij ons in groote getale in de moerassen en lage landen der kuststreken en is op onze weilanden met den Kievit de meest algemeene soort van moerasvogels; buitengewoon talrijk is hij op de eilanden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek