United States or Yemen ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op een zeker punt wordt de gang geopend; dadelijk dringt het water naar binnen, stort zich in den canon, en alles, wat zich daarin bevindt, moet verzuipen." "Oef! Dat zou juist iets voor ons zijn! Als wij die bleekgezichten eens konden laten verzuipen!" "Dat mag ik niet toelaten, omdat mijn Timbabatsjen dan ook zouden omkomen." "Dat is waar.

En een tweede moet naar het Meer, om onze kameraden en de overige Timbabatsjen te halen." "Hoe komt het in u op!" viel Hobble-Frank hem weersprekend in de rede. "Volgens dit plan, zijn de Navajos verloren!" "Hoe zoo?" vroeg Droll verwonderd. "Denkt gij, dat ik geen Westman ben?" "De beste Westman kan wel eens iets verkeerd inzien.

"In de eerste plaats de aanwezigheid der Indianen. Moeten wij ons van lieverlede een voor een door hen laten afmaken?" "Maak u daarover volstrekt niet ongerust. Old Shatterhand, Winnetou en ik, wij zijn met de stammen, wie het aangaat, zoo goed bevriend, dat wij met hen de zaak wel inderminne eens zullen worden." "Goed. Maar de grond? Aan wie behoort die toe?" "Aan de Timbabatsjen.

"Zeer graag. Ik zal mij bij u veel veiliger voelen, dan wanneer ik alleen ben, en verheug er mij zeer over, dat gij hier zijt." Zij reikte hem de hand, en hij, waarlijk, bracht die aan zijn lippen, en maakte daarbij een buiging als een echt gentleman. De paarden van de nieuwaangekomenen werden door de Timbabatsjen in het bosch gebracht, waarin zich ook de hunne bevonden.

"Ja, en de Jonge Beer ook." "Brengt ons bij hen!" Juist kwamen eenige rafters met de paarden en de gevangenen uit het ravijn; de andere blanken waren Ellen natuurlijk te voet gevolgd. Men klom naar boven, en de Timbabatsjen gingen als gidsen voorop. Niemand was natuurlijk blijder over den afloop van dit avontuur dan de ingenieur, die in den grootsten angst was geweest over zijn dochter.

De vier blanken, met den flinken Jongen Beer aan het hoofd, en de Timbabatsjen liepen zoo hard als de slechte weg maar veroorloofde. Zij waren nog niet lang onderweg, of zij hoorden een schot, en daarop nog een tweede. Aangezien vriend en vijand uitsluitend met pijl en boog gewapend waren, konden dat geen geweerschoten zijn.

De Roodhuiden hadden hun gezicht blauw en geel geverfd. Dit ziende, vroeg Winnetou hun: "Zijt gijlieden krijgslieden van de Timbabatsjen?" "Ja." "Wie is uw aanvoerder?" "Tsjia-nietfas." "Waar is hij?" vroeg Winnetou verder. "Aan het meer." "Met uw hoevelen zijt gijlieden hier?" "Honderd man." "Zijn er nog andere stammen ook hier?" "Neen.

Er verliep nog een uur eer men den ingang van het dal bereikte, waarin zich het meer bevond. Die ingang werd bezet, en wel door blanken, daar men, nu hun hoofdman verdwenen was, de Timbabatsjen niet meer blindelings vertrouwen mocht. Butler bevond zich niet meer op het eiland. Hij had met zijn dochter in het gebouw gezeten; onder hen lagen de gevangenen, die met elkander spraken.

De blanke hoofdmannen hebben de geheele streek uitgemeten en in kaart gebracht: daarop heeft de blanke Vader in Washington het onderteekend, dat het het eigendom van de Timbabatsjen is." "Die kunnen dus daarvan verkoopen, verpachten of weggeven, wat zij willen?" "Ja, niemand kan daar iets tegen inbrengen." "Dan zal ik u zeggen, dat ik het keteldal van hen wil koopen!" "Doe het!"

De handen der gevangenen werden losgemaakt; men gaf hun vleesch en water, en bond hen daarna weer. Nu werden zij met behulp van eenige Timbabatsjen in de kano's gebracht, die aan den oever van het meer lagen. Old Firehand, Shatterhand en Winnetou gingen ook naar het eilandje. Zij waren nieuwsgierig om het inwendige van dat gebouwtje te zien.